Graft Huwelijken Civiel 1688-1690

Graft Huwelijken Civiel  1656 – 1811

Graft Periode 1688 – 1690.

03-01-1688 Jasper Florisz, jongesel, compareerde voor hem sijn vader Frans Jansz Keulen, met Jantjen Jans, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Dirk Pietersz Krust, haer neef, versogten dat de geboden wettelijk ingeschreven souden werden om voorts bij den officier te bevestigen.
03-01-1688 Jacob Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Lijsbet Jans, jongedogter van Wormerveer, vertonende bescheijt dat de geboden te Wormerveer waren ingeschreven ’t welk bij ons alsmede is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
03-01-1688 Jacob Gerritsz, jongesel, compareerde voor hem sijn oom Jacob Jacobsz van den Laen, met Anne Maertens, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jacob IJvertsz haer oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
03-01-1688 Jan Claasz Vlottis, jongesel, compareerde voor hem sijn broeder Pieer Claasz Vlottis, met Haesjen Cornelis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Willems Ligt, haer oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
10-01-1688 Mr. Cornelis Lourisz, jongesel, chirurgijn tot Oostgraftdijk, compareerde voor hem sijn vader Louris Cornelisz, met Trijn Pieters, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Jansz Schol, haeren oom en voogt, versogen dat de geboden ingescheven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
17-01-1688 Teunis Maertensz, jongesel, compareerde voor hem sijn vader Maerten Adriaensz, met Aefjen Claes, jongedogter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Simon Claasz Bijnagt, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
31-01-1688 Simon Gerritsz, weduwnaar, compareerde voor hem Jan Gerritsz, sijn broeder, met Maertjen Jans, jongedogter beijde wonende op Graftdijk, compareerde voor de bruijt haer vader Jan Claasz Rist de Oude, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
31-01-1688 Pieter Jansz Kramer, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem sijn oom Olbrant Jansz Bergen, met Maertjen Taems, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Taems Cornelisz haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
20-02-1688 Aldert Jacobsz, jongesel wonende tot Wormer, compareerde voor hem sijn broeder Teunis Jacobsz, met Neeltje Christiaens, jongedogter uijt Noordeijnde, compareerde voor de bruijt Johannes Christiaensz haer broeder met consent van den moeder soo hij verklaerde, versogte dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
20-03-1688 Gerrit Gerritsz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn broeder Dirk Gerritsz, met Neel Claes, weduwe beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Claes Cornelisz Kok, haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-03-1688 Dirk Dirksz, jongesel, compareerde voor hem sijn oom Sijmon Jacobsz Boen, met Lijsbet Pieters, jongedogter beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt haer neef Cornelis Jansz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
10-04-1688 Jan Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem sijn buurman Jacob Claesz Swaen uijt naem van sijn vader, met Marij Cornelis, jongedogter beijde van Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Willemsz Ligt, haer oom, versogtenn dat de geoden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
29-04-1688 Cornelis Cornelisz Bakker, weduwnaar wonende in ’t Noordeijnt, compareerde selfs in persoon, met Maertjen Jacobs, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jan Claasz Bergen, haeren oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
29-07-1688 Jacob Cornelisz, weduwnaar, compareerde selfs in persoon, met Trijn Jans, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Sijmon Adriaensz, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
31-07-1688 Joris Joosten Touw, weduwnaar, met Marijtje Maertens, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Meijndert Rensz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
11-09-1688 Dirk Sijbrantsz, jongesel wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn vader Sijbrant Dirksz, met Neel Pieters, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer swager Claes Claasz, versogten dat de geboden ingeschrevn mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
20-09-1688 Zijnde Maendag. Jan Jansz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem sijn oom Olbrant Jansz Bengs, met Marij Jacobs, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Willem Jacobsz uijt naemen van de moeder in absentie van de vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
16-10-1688 Sijmon Taemsz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn broeder Jan Taemsz, met Sijtjen Willems, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Willem Dielofsz haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
23-10-1688 Mr. Gerrid Gerritsz, jongesel wonende tot Graft, met Lijsbet Jans, jongedogter wonende op de Beets, vertonende bescheijt dat de geboden aldaer waren ingeschreven ’t welk bij ons daer op mede is ingewilligt om voorts bij den predicant te bevestigen.
05-11-1688 Claes Jansz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Maritje Remmerts, jongedogter wonende tot Suijt Schermer, vertonende bescheijt dat de geboden tot Suijt Schermer waren ingeschreven ’t welk bij ons daer op mede is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
13-11-1688 Claes Cornelisz Olij, weduwnaar, compareerde voor hem sijn vader Cornelis Jansz Spaens, met Neeltjen Pieters, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Claes Pietersz haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
13-11-1688 Cornelis Adriaensz Schermer, jongesel, compareerde voor hem sijn voogt Maerten Jansz Meijer, met Lijsbet Gerrits, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Mr. Maerten Jaspersz Swaen, haer voogt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
27-11-1688 Jacob Idsartsz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem sijn broeder Dirk Idsartsz, met Maritjen Taems, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Claes Pietersz, haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
11-12-1688 Dirk Sijmonsz, jongesel wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor hem sijn oom Jacob Jansz Garn, met Maertjen Remmens, jongedogter wonende tot Westgraftdijk, compareerde voor de bruijt haer vader Taem Cornelisz, versogen dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
18-12-1688 Claes Jansz Krul, jongesel wonende tot Graft, met Crelijsje Jans Walbeek, jongedogter wonende tot Enkhuijsen, vertonende acte van de bewillinge of inschrijvinge van de geboden tot Enkhuijsen waer op bij ons mede is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
18-12-1688 Jan Jansz Meelman, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Claasz sijn swager, met Antjen Harmans, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Aerjan Jansz haer oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werdn om voorts bij den predicant te bevestigen.
05-02-1689 Cornelis Claasz, weduwnaar wonende op de Vinkhuijse, met Meijns Jans, jongedogter wonende tot Uijtgeest, vertonende bescheijt dat de geboden tot Uijtgeest behoorlijk waren ingeschreven met versoek dat alhier insgelijks geschiede, ’t welk daer op bij ons is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
12-02-1689 Jan Claasz Kokkes, jongesel, wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor hem Maerten Claasz, sijn broeder, met Vroutjen Pieters, jongedogter wonende tot Westgraftdijk, compareerde voor de bruijt Cornelis Claasz Mekkes haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
19-02-1689 Roelof Jansz, jongesel, compareerde voor hem sijn stiefvader Cornelis Pietersz Kruijsheer, met Anne Cornelis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Claasz Schout, haer neef, versogten dat de geboden ingesschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-03-1689 Claes Jansz, jongesel compareerde voor hem sijn vader Jan Sijmonsz Bestemaet, met Guurtje Gleijnes, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Gleijn Teunisz, haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-03-1689 Louris Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem sijn stiefvader Willem Jacobsz, met Grietjen Jans, jongedogter wonende tot Rijp, copareerde voor de bruijt Dirk Claasz Mans, haer oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
26-03-1689 Jacob Heijnis, weduwnaar, compareerde voor hem sijn broeder Michiel Heijnis, met Aeltjen Cornelis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Maerten Rijkesz Pol, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
10-04-1689 Sondag. Pieter Maertensz, jongesel wonende tot Westgraftdijk, met Dieuwer Jans, jongedogter wonende tot Suijt Schermer, vertonende acte van de bekentmking tot Suijt Schermer, mt verzoek dat tot Graft insgelijks geschiede tot voortwillinge om voort bij den officier te bevestigen.
09-06-1689 Frans Adriaensz, jongesel wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn vader Adriaen Jansz Ot, met Haesjen Jaspers, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Krijn Jaspers, haere broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten worden om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-06-1689 Willem Cornelisz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn broeder Jan Cornelisz, met Gleijntjen Heijndriks, jongedogter beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt Sijmon Jacobsz, haeren vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-06-1689 Gerrit Cornelisz, out schepen, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem sijn vader Mr. Heertjen Voglaer, met Geertje Pieters, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jan Danser, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
21-06-1689 Cornelis Leendertsz, jongesel, compareerde voor hem sijn broeder Jacob Leendertsz, met Maertjen Teeuwis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer vader Teeuwis Dirksz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
25-06-1689 Abraham Isaaksz Smit, jongesel wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn broeder Jelger Isaaksz Smit, met Grietje Balters, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer vader Balter Adriaensz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
09-07-1689 Cornelis Jansz, weduwnaar, compareerde selfs in persoon, met Maertje Claes, weduwe beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt Adriaen Cornelisz haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
30-07-1689 Jacob Adriaensz, jongesel wonende op Graftdijk, compareerde voor hem sijn swager Cornelis Claasz, met Neeltje Teunis, weduwe wonende tot Alkmaer, compareerde voor de bruijt Jacob Pietersz haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
13-08-1689 Sijmon Leendertsz, jongesel, compareerde voor hem sijn broeder Jacob Leendertsz, met Aefjen Jans, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jan Jansz Meelman, haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
20-08-1689 Pieter Reijersz, weduwnaar wonende tot Suijt Schermer, compareerde selfs in persoon, met Niesjen Goverts, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer broeder Jan Govertsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
27-08-1689 Jan Pietersz, weduwnaar wonende op Graftdijk, compareerde selfs in persoon, met Mijn Sijmons, weduwe wonende in de Noorderwoude in den Banne van Suijt Schermer, compareerde voor de bruijt Jan Sijmonsz haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
10-09-1689 Dirk Egbertsz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn vader Egbert Meijndertsz, met Trijn Jans, jongedogter beijde wonende op Graftdijk, compareerde voor de bruijt Cornelis Cornelisz Keeman haeren oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
24-09-1689 Cornelis Jacobsz, jongesel, compareerde selfs in persoon, met Neeltjen Claes, jongedogter beijde wonende op Graftdijk, compareerde voor de bruijt Claes Jansz uijt de Woude, haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
01-10-1689 Muus Aerjansz, weduwnaer, met Maertje Alderts, weduwe beijde wonende tot Graft ende compareerden selfs in peroon, versogtende gewettigt te mogen werden in den uwelijken staet om deselve door den officier te bevestigen.
08-10-1689 Bouwer Claasz, jongesel, compareerde voor hem sijn broeder Gerrit Claasz, met Trijntjen Jans, jongedogter beijde wonende op Graftdijk, compareerde voor de bruijt Cornelis Cornelisz Bakker, haer oom, versogten dat de geboden ingeschrevn mogen werden om voorts bij den officier te bevestigen.
15-10-1689 Gerrit Pietersz, jongesel wonende op Driehuijse, compareerde voor hem Jan Adriaensz sijn swager, met Trijn Cornelis, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer voogt Meijndert Rensz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
15-10-1689 Claes Jacobsz, jongesel wonende tot Suijt Schermer, compareerde selfs in persoon, met Lijsbet Alberts, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer oom Claes Teunisz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
22-10-1689 Aerjan Maertensz, jongesel wonende op Driehuijse, compareerde selfs in persoon, met Neel Jans, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Muus Michielsz, haer neef, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
03-12-1689 Willem Willemsz, weduwnaar wonende tot Oostgraftdijk, met Lijsbet Johannis, weduwe wonende tot Purmereijnde, vertonende bescheijt dat de geboden tot Purmerent waren ingeschreven, ’t welk daer op bij ons mede is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
17-12-1689 Claes Cornelisz, jongesel wonende op Graftdijk, compareerde voor hem sijn broeder Dirk Cornelisz met consent van de vader Cornelis Claasz Wever soo hij verklaerde, met Sijtjen Teunis, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer swager Cornelis Maertensz Schipper met consent van de moeder Aefjen Cornelis soo sij verklaerde, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
24-12-1689 Rong Cornelisz, jongesel wonende op Graftdijk, compareerde voor hem sijn oom Willem van Greuningen, met Jannetje Poulus, jongedogter wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer vader Poulus Gerritsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
24-12-1689 Adriaen Cornelisz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn broeder Claes Cornelisz, met Impjen Cornelis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer broeder Claes Cornelisz, versogte dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
31-12-1689 Cornelis Pietersz Vet, jongesel wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn vader Pieter Jacobsz Schoon, met Teunisjen Cornelis, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer broeder Cornelis Cornelisz met consent soo hij verklaerde van haer moeder Trijn Willems, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
01-01-1690 Jan Gerritsz, jongesel van Langeraen wonende tot Graft, compareerde selfs in persoon, met Sijtjen Louris, jongedogter wonende in de Banne van de Rijp, compareerde voor haer Teunis Jacobs met consent van de vader soo hij verklaerde, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
13-01-1690 Willem Maertensz, weduwnaer wonende tot Jhisp, met Griet Tijs, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerden beijde selfs in persoon, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1690 Jan Jansz Wit, wonende tot Oostgraftdijk, met Hillegont Pieters, jongedogter van Krommeniedijk, vertonende bescheijt dat de geboden tot Krommenije waren ingeschreven, ’t welk bij ons daerop mede is ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1690 Jan Meijertsz, jongesel, compareerde voor hem Olof Krijnsz sijn swager, met Aerjantjen Dirks, jongedogter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer vader Dirk Pietersz Hartog, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1690 Pieter Dirksz Hartog, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem sijn vader Dirk Pietersz Hartog, met Marij Jacobs, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Pieter Jansz Bel, haer neef, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1690 Sijmon Claasz Bijnagt, weduwnaer, met aeltjen Pieters, weduwe beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerden selfs in persoon, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1690 Sijmon Arisz Rongs, jongesel wonende tot Rijp, compareerde selfs in persoon, met Trijntjen Teunis, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt IJsbrant Pietersz Mans, haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
18-02-1690 Cornelis Claesz Valck, jongesel, compareerde voor hem sijn vader Claes Cornelisz Valck, met Aerjantje Cornelis, jongedogter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer stiefvader Willem Jacobsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
25-02-1690 Floris Cornelisz, jongesel wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn broeder Jan Cornelisz Vet, met Jantjen Maertensz, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Jan Maertensz Krul, haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogtn werden om voort bij den officier te bevestigen.
09-03-1690 Pieter Jacobsz, weduwnaar wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Jacob Arentsz Rood, sijn vrunt, met Trijn Jans, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jan Jansz Meelman, haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
01-04-1690 Roelof Dirksz, jongesel wonende in de Starnmeer in den banne van Graft, met Aef Willems, weduwe wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt Gerrit Heijten, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
15-04-1690 Jan Barentsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Claes Dirksz, sijn vrunt, met Femtjen Gerrits, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Gerrit Heijndriksz, haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
13-05-1690 Jacob Lourentsz slot, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem sijn voogt Pieter Claasz Olij, met Jannetjen Isaaks, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Jelger Isaaksz Smit, haer broeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
20-05-1690 Willem Arentsz, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Pietersz sijn swager, met Aefjen Pieters, weduwe beijde wonende op Graftdijk, compareerde voor de bruijt haer vader Pieter Adriaensz, versogte dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
20-05-1690 Jacob Claasz, jongesel, compareerde voor hem sijn vader Claes Jansz Kinten, met Neelke Harmens, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jacob Gijsbertsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voort bij den predicant te bevestigen.
03-06-1690 Cornelis Jacobsz Besse, jongesel wonende op Wessaner Overtoom, compareerde selfs in persoon, met Guurtje Egberts, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer swager Cornelis Maertensz Kloen, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
17-06-1690 Dirk Jacobsz, jongesel, compareere voor hem sijn vader Jacob Gijsbertsz, met Neeltjen Pieters, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Willemsz Ligt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
17-06-1690 Louris Jansz Swaen, jongesel, compareerde voor hem sijn neef Claes meijndertsz Suijer, met Sijtjen Dirks, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Joris Joosten, haer buurman, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
26-08-1690 Aerjan Albertsz, weduwnaer, compareerde voor hem Claes Cornelisz Kuijper, sijn vrunt, met Neeltje Willems, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt har swager Joris Joostsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
26-08-1690 Jan Dirksz Backer, jongesel, compareerde voor hem sijn vadr Dirk Jansz Bakker wonende tot Graft, met Neel Cornelis Bek, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt haer broeder Meijert Cornelisz Bek, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
09-09-1690 Leendert Jacobsz, jongesel, compareerde voor hem sijn oom Reijn Jansz, met Aegt Jans, jongedogter beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt haer broeder Jacob Jansz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten weren om voorts bij den officier te bevestigen.
16-09-1690 Willem Jansz Spikker, jongesel, compareerde voor hem sijn swager Gerrit Harmensz, met Marij Pieters, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jacob Teunisz, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voort bij den officier te bevestigen.
23-09-1690 Jacob Teunisz, weduwnaer, met Neel Claes, weduwe beijde wonende tot Graft en compareerden beijde selfs in persoon, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
30-09-1690 Pieter Claesz, weduwnaer, compareerde voor hem sijn vader Claes Pietersz, met Bregt Cornelis, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer swager Gerrit Pietersz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
30-09-1690 Pieter Gleijnisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem sijn vader Gleijnis Teunisz, met Aegte Cornelis, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor de bruijt Cornelis Jansz, haer vader, versogten dat de geboden ingeschreven mogten weren om voorts bij den predicant te bevestigen.
07-10-1690 Cornelis Jansz, jongesel, compareerde voor hem sijn oom Maertn Jansz Meijer, met Marij Pieters, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jelle Pietersz haer broeder, met consent van haer moeder, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-10-1690 Sijmon Jacobsz, jongesel van Graft, compareerde voor hem sijn vader Jacob Sijwertsz Vries, met Neeltje Pieters, jongedogter wonende tot Krommenije, compareerde voor de bruijt haer broeder Cornelis Pietersz Spaen, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-10-1690 Cornelis Jansz, jongesel, compareerde selfs in persoon, met Neel Jacobs, jongedogter beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt Jan Claasz, haer swager, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.
21-10-1690 Jan Sijmonsz, weduwnaer, compareerde selfs in persoon, met Haesjen Jans, jongedogter beijde wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor de bruijt haer broeder Cornelis Jansz, versogten dat de geboden ingescheven mogten weren om voorts bij den officier te bevestigen.
11-11-1690 Fredrik Adriaensz Groet, weduwnaer wonende tot Rijp, compareerde voor hem sijn broeder Dirk Groet, met Dieuwer Pieters, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt haer broeder Claes Pietersz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
18-11-1690 Bartel Allertsz, weduwnaer wonende tot Oostgraftdijk, compareerde voor hem sijn broeder Jacob Allertsz, met Trijn Jans, jongedogter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Claes Pietersz, haer oom, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
25-11-1690 elis Cornelisz Smit, jongesel, compareerde voor hem sijn neef Jan Pietersz Smit, met Guurtje Gerrits, jongedogter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt haer oom Sijmon Jacobsz, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den predicant te bevestigen.
02-12-1690 Adriaen Salomonsz, jongesel, compareerde voor hem sijn stiefvader Claes Jansz Kuiten, met Neel Gerrits, jongedogter beijde wonende tot Grat, compareere voor de bruijt Cornelis Pieterz, haer vrunt, versogten dat de geboden ingeschreven mogten werden om voorts bij den officier te bevestigen.

Transcriptie: GeneaData  Datum: 17-07-2023

Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11

Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.

Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.

Dit bericht is geplaatst in DTB. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *