Graft Huwelijken Civiel 1673-1674

Graft Huwelijken Civiel  1656 – 1811

Graft Periode 1673 – 1674.

07-01-1673 Gerrid Pietersz, jongesel wonende tot Graftdijck, compareerde voor hem Pieter Adriaensz, sijnen vader, met Neel Cornelis, jongedochter wonende op Driehuijsen, compareerde voor haer Sijmon Cornelisz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
07-01-1673 Jan Rutsz, jongesel, compareerde voor hem Maerten Jansz Gelis, sijnen vrindt, met Jaepjen Reijers, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde van wegen de bruijdt Pieter Claesz Olij, haeren oud meester, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
21-01-1673 Claes Cornelisz Vuick, weduwnaer, met Guijrt Jans, jongedochter van Schermerhorn, beijden wonende alhier, compareerde met wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Schermerhorn wettelijck waren ingeschreven omme voorts bij den officier bevestigt te werden gelijck hier mede is geconsenteert.
18-02-1673 Jacob Arentsz, jongesel, compareerde selfe in persoon, met Machtel Claes, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijdt Claes Dieliffsz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
18-02-1673 Evert Aertsz, weduwnaer, compareerde voor hem Gerrid Dircxz, sijnen swager, met Neel Pieters, weduwe beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijdt Arent Corsz, haeren buijrman, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
25-02-1673 Adriaen Albertsz, jongessel, compareerde voor hem Heertjen Jansz, sijnen neve, met Mareitjen Adriaens, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Balser Adriaensz, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant bevestigt te werden.
18-03-1673 Reijntjen IJemertsz, jongesel, compareerde voor hem Pouwel Allertsz Pelser, sijnen voochd, met Jantjen Dircx, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor haer Dirck Pietersz Schrijver, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
02-04-1673 Jan Reijersz, jongesel wonende tot Graft, met Marritjen Cornelis, jongedochter wonende op den Hoeff, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden op den Hoeff wettelijck waren ingeschreven om hier insgelijcx te doen omme dan voorts bij den officier te bevestigen.
15-04-1673 Cornelis Sijbertsz, weduwnaer wonende tot Schermerhorn, compareerde selfe in persoon, met Treijn Willems, dochter wonende alhier, compareerde voor haer Michiel Mielisz, haeren neev, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
22-04-1673 Cornelis Sijbertsz, weduwnaer wonende tot Schermerhorn, compareerde selfe in persoon, met Treijn Willems, dochter wonende alhier, compareerde voor haer Michiel Mielisz, haeren neev, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
29-04-1673 Tuenis Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Maerten Jansz Krieck, sijnen oom, met Aecht Aris, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Arisz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
29-04-1673 Maerten Jansz Kuijper van ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Cornelis Cornelisz, sijnen vrundt, met Niesjen Everts, weduwe wonende op den Laen in den banne van de Rijp, compareerde voor den bruijdt Jan Huijgensz, haeren vrundt, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schoudt te bevestigen.
29-04-1673 Cornelis Sijvertsz, weduwnaer, compareerde voor hem Reijntjen IJemertsz, sijnen broeder, met Griet Dircx, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Jan Jansz Visjager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
29-04-1673 Pieter Cornelisz, jongesel wonende tot West Zaendam, compareerde selfe in persoon, met Claesjen Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Jansz Bestevaer, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
06-05-1673 Claes Claesz, weduwnaer wonende in den Rijp, compareerde selfe in prersoon, met Brechte Claes, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Jansz Visjager, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
29-06-1673 Albert Adriaensz, jongesel, compareerde voor hem Mr. Gerrid Leesetter, sijnen swager, met Claesjen Gerrids, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor haer Cornelis Jansz decker, haeren stiefvader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-07-1673 Heer Jacobsz, weduwnaer wonende tot Suijt Schermer, compareerde selfe in persoon, met Pietertjen Pieters, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Mr. Pieter Habsz van Driehuijs, haeren voochdt, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
22-07-1673 Gerrid Claesz, jongesel wonende in den Rijp, compareerde voor hem Claes Gerridsz, sijnen vader, met Dieuwer Dircx, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Jan Jansz Hekelaer, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
29-07-1673 Claes Claesz, jongesel, compareerde voor hem Jan Claesz, sijnen broeder, met Grietjen Jans, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde van wegen de bruijdt Claes Jansz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-09-1673 Cornelis Lambertsz, jongesel wonende tot Graftdijck, met Aeltjen Idsels, jongedochter wonende tot Opdam, vertonend wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Opdam wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
14-10-1673 Michiel Heijnesz, jongesel wonende alhier, compareerde selfe in persoon, met Neel Jacobs, jongedochter wonende in den Beemster, vertonende wettelijck bescheijt dat de geboden in den Beemster waren ingeschreven, versochten hier insgelijck om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
21-10-1673 Herman Jansz, jongesel wonende alhier, compareerde voor hem Jan Hermansz Drall. Sijnen vader, met Aecht Jans, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor den bruijdt Joseph Jansz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-10-1673 Adriaen Gijsbertsz, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Gijsbertsz, sijnen broeder, met Brechte Cornelis, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde van wegen de bruijdt Maerten Rijckesz Pol, haeren buijrman, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-10-1673 Heijn Pietersz, jongesel wonende tot Suijt Schermer, compareerde voor hem Crijn Pietersz, sijne buijrman, met Niesjen Gerets, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Jan Gerritsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-10-1673 Dirck Jansz, jongesel wonende tot Graftdijck, compareerde voor hem Cornelis Dircksz, sijnen oom, met Marij Cornelis, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Claes Willemsz, haren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-10-1673 Cornelis Arentsz, jongesel wonende in den Rijp, compareerde voor hem Pieter jansz, sijnen oom, met Trijn Claes, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Jan Claesz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
04-11-1673 Gerrid Cornelisz, jongesel wonende tot Graftdijck, met Neeltjen Pieters, jongedochter wonende op den Marcken in den banne van Uijtgeest, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Uijtgeest wettelijck waren ingeschreven om voorts bij den officier te bevestigen.
04-11-1673 Pieter Willemsz Leeuw, weduwnaer, compareerde voor hem Ariaen Willemsz, sijnen schoonvader met Lijsbeth Lenaerts, jongedochter, beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Jacob Leendersz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
14-11-1673 Cornelis Jansz, jongesel wonende tot Graftdijck, met Neel Aris, jongedochter wonende tot Cnollendam, vertonende wettelijck bescheijt dat haren huwelijck tot Wormer behoorlijck waren ingeschreven, versochten hier insgelijcks om voorts bij den officier te bevestigen.
02-12-1673 Dirck Pietersz Mol, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Claesz Sloten, sijnen swager, met Sijtjen Tuenis, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Maerten Jansz Gelis, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
02-12-1673 Jan Pietersz, jongesel, compareerde voor hem ornelis Lambertsz, sijnen oom, met Grietjen IJemertsz, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor haer Reijntjen IJemertsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
09-12-1673 Pieter Cornelisz, weduwnaer, compareerde voor hem Sijmon Michielsz, sijnen swager, met Aecht Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graftdijck, compareerde voor den bruijdt Pieter Adriaensz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
09-12-1673 Maerten Jansz Gelis, weduwnaer, compareerde selfe in persoon, met Aeltjen Garbrants, weduwe, beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Sijmon Claesz haeren buijrman, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-12-1673 Jan Pietersz, weduwnaer wonende tot Graftdijck, compareerde voor hem Pieter Ariaensz, sijnen vader, met Guijrt Ronghs, jongedochter wonende in den Schermer in den banne van Graft, compareerde voor haer Dirck Claesz, haren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-12-1673 Allert Claesz, weduwnaer tot Oostgraftdijck, compareerde voor hem Reijntjen Jansz, sijnen swager, met Marij Jans, weduwe wonende tot Cnollendam, compareerde voor haer Dirck Jansz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-12-1673 Pieter Jacobsz, weduwnaer, compareerde voor hem Adriaen Jacobsz, sijnen broeder, met Jaepjen Jans, jongedochter beijden wonende tot Oostgraftdijck, compareerde voor haer Jan Cornelisz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-12-1673 Jacob Meijndertsz, jongesel wonende tot Oostgraftdijck, compareerde selfe in persoon, met Marij Sijmons, jongedochter van Ursem, compareerde mede selfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
30-12-1673 IJsbrant Pietersz, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Jacobsz Slob, sijnen oom, met Griete Pieters, weduwe beijden wonende alhier, compareerde voor haer Heijndrick Jansz, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-01-1674 Louris Claesz Kars, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Claesz Kars, sijnen broeder, met Marij Cornelis, weduwe wonende tot Oostgraftdijck, compareerde Cornelis Willemsz, haeren neve voor haer, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
27-01-1674 Jacob Maertensz Buijs, weduwnaer, compareerde voor hem Maerten Jansz, sijnen vader, met Mareitjen Jans, weduwe, compareerde voor haer Dirck Albertsz, haeren neev, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-02-1674 Jacob Sijmonsz, weduwnaer, compareerde selfe in persoon, met Jantjen Gerrids, jongedochter, compareerde voor haer Jan Jacobsz Vogelaer, haeren swager, beijden wonende tot Graft, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-02-1674 Jan Claesz, weduwnaer, wonende in ’t Noordeijnt, met Griet Jans, jongedochter wonende in den Rijp, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Rijp waren ingewilligt, versochten insgelijcks hier souden werden gedaen omme dan voorts bij den officier te bevestigen.
10-02-1674 Sijmon Rutsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Ritsz, sijnen broeder, met Trijn Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Heijn Jacobs, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-02-1674 Jan Willemsz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde selfe in persoon, met Neel Jans, weduwe wonende tot Graftdijck, compareerde voor haer Jan Dircksz, haeren neeff, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-02-1674 Adriaen Willemsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Jacob Jansz, sijnen oom, met Trijn Pieters, weduwe wonende in den Rijp, compareerde voor haer Cornelis Pietersz Crijns, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-02-1674 Pieter Dircksz, jongesel wonende tot Ursem, compareerde selfe in persoon, met Aeltjen Crijnes, jongedochter van ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Crijnsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-03-1674 Ariaen Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Ariaensz, sijnen vader, met Neel Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Pietersz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
10-03-1674 Dirck Crijnsz, weduwnaer wonende tot Suijt Schermer, compareerde selfe in persoon, met Hillegont Gerts, weduwe wonende alhier, compareerde voor haer Maerten Claesz, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-03-1674 Jan Jansz Schaep, weduwnaer met Trijntjen Pieters, weduwe beijden wonende alhier, compareerde beijden oock selfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
07-04-1674 Jan Floresz, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Baertsz, sijnen swager, met Sijtjen Jacobs, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Jacobsz Kuijper, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
21-04-1674 Jan Aertsz Poel, jongedochter wonende tot Purmerent, compareerde voor hem Dirck Corsz, sijnen neeve, met Marritjen Pieters, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Dirck Cornelisz, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-04-1674 Claes Cornelisz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Pieter Claesz van Wormer, sijnen swager, met Aeffjen Jans, weduwe wonende in den Rijp, compareerde voor haer Jacob Pietersz Decker, haeren neeve, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-04-1674 Gerrid Cornelisz, jongesel wonende tot Graftdijck, met Duijffjen Sijmons, jongedochter wonende tot Ackersloot, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Ackersloot ingeschreven met belastingh alhier ingeschreven souden geschieden, om voorts bij den officier te bevestigen.
28-04-1674 Adriaen Fransz, jongesel, compareerde voor hem Dirck Jansz Kadt, sijnen oom, met Lijsbeth Claes, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor haer Barent Jansz, haeren voochd, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-04-1674 Claes Jacobsz Foppen, jongesel wonende in den Rijp, compareerde voor hem Jacob Claesz Foppen, sijnen vader, met Brecht Cornelis, jongedochter wonende in tot Graft, compareerde voor haer Poulus Allerts Pelsen, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
03-05-1674 Muus Itkes, weduwnaer koeckebacker tot Wormer, compareerde selfe in persoon, met Swaentjen Pieters, jongedochter van Graft, compareerde voor haer Claes Meijndertsz haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
02-06-1674 Aris Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Jan Pietersz Olij, sijnen broeder, met Duijfjen Jacobs, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Claesz Vlottes, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
30-06-1674 Ariaen Jansz Klinckert, jongesel, compareerde voor hem Jan Cornelisz Danser, sijnen neev, met Trijn Jans, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Cornelis Jansz Schol, haeren meester, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-07-1674 Claes Jansz, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor hem Andries Jansz, sijnen broeder, met Lijsbeth Sijmons, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Hillebran Maertensz, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
04-08-1674 Claes Heijndricksz, compareerde voor hem Cornelis Jacobsz Vermeulen, sijnen vrint, met Stijn Claes, weduwe beijden wonende alhier, compareerde voor haer Maerten Claesz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
19-08-1674 Jan Claesz Sloten, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Claesz Sloten, sijnen broeder, met Neel Dircx, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor den bruijdt Pieter Jansz Garments, haeren vrint, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
01-09-1674 Pieter Jacobsz, jongesel, compareerde selfe in persoon, met Aeffjen Maertens, jongedochter, compareerde voor haer Albert Jansz Plaijsier, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
15-09-1674 Dirck Cornelisz Decker, jongesel, compareerde voor hem Pieter Backer, sijn swager, met Dieuwer Jacobs, jongedochter, compareerde voor haer Salomon Adriaensz, haren buijrman, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
13-10-1674 Cornelis Baertsz, jongesel wonende alhier, compareerde voor hem Naert Pietersz, sijnen vader, met Jantjen Sijmons, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Aris Jacobsz Plugger, haren stiefvader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schout te bevestigen.
02-11-1674 Jacob Sijmonsz, weduwnaer wonende tot Wormerveer, compareerde selfe in persoon, met Guijrtjen Willems, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Baert Pietersz, haren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
02-11-1674 Jacob Michielsz, jongesel wonende op den Marcken, compareerde selfe in persoon, met Aefjen Alberts, jongedochter wonende op den Oosterbuert, compareerde voor haer Pieter Jansz Stierp ende Claes Cornelisz Wilbort, haeren voochden, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
02-11-1674 Jacob Pietersz, jongesel wonende tot Graftdijck, compareerde voor hem Pieter adriaensz, sijnen vader, met Neel Claes, jongedochter wonende op Driehuijsen, compareerde voor haer Claes Pietersz, haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
02-11-1674 Jan Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jansz Visjager, sijnen swager, met Jaepjen Cornelis, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijdt, Dirck Pietersz, haren vrindt, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
15-11-1674 Jacob Rieuwertsz, jongesel, compareerde voor hem Huijbert Dircksz, sijnen stiefvader, met Anne Cornelis, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Dircksz Vilt, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
10-11-1674 Jan Ronghsz, jongesel, compareerde voor hem Jacob Corne;isz, sijnen neev, met Guijrte Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Baert Jansz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
10-11-1674 Jan Pietersz Backer, weduwnaer, compareerde selfe in persoon, met Jantjen Gerards, weduwe beijden wonende tegenwoordig tot Graftdijck, compareerde beijden selfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
17-11-1674 Cornelis Maertensz ’t Hardt, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Jansz Snijder, sijne swager, wonende tot Graft, met Griet Jacobs, jongedochter wonende in den Schermer, compareerde voor haer Herman Jacobsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-11-1674 Dirck Pietersz Lijkels, weduwnaer, compareerde voor hem Claes Dircksz, sijnen oom, met Crelisje Frerix, weduwe beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Dirck Jansz Backer, haeren stiefvaders broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-11-1674 Jan Frericksz, jongesel, compareerde voor hem Dirck Jansz Backer, met Garberich Pieters, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor den bruijdt Claes Dircksz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
17-11-1674 Claes Pietersz, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde selfe in persoon, met Adriaentje Claes, weduwe wonende alhier, compareerde voor haer Cornelis Claesz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
01-12-1674 elis Jansz Schol, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Claes Jongejaep, sijnen neve, met Guijrtjen Cornelis, weduwe beijden wonende alhier, compareerde voor haer Sijmon Coedijck, haeren swager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen
15-12-1674 Jan Claesz Kan, jongesel, compareerde voor hem Pieter Cornelisz Kan, sijnen oom, met Trijn Jans, jongedochter, beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Dirck Jansz Backer, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.

Transcriptie: GeneaData  Datum: 15-07-2023

Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11

Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.

Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.

Dit bericht is geplaatst in DTB. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *