Graft Huwelijken Civiel 1667-1668

Graft Huwelijken Civiel  1656 – 1811

Graft Periode 1667 – 1668.

08-01-1667 Cornelis Maertensz, jongesel, compareerde voor hem Maerten Cornelisz, sijnen vader, met Lijsbeth Jans, jongedochter beijden wonende op Graftdijck, compareerde van wegen de bruijdt Jan Cornelisz haeren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
08-01-1667 Jacob Jansz, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Gerridsz Slooten, sijnen vader, met Trijntjen Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijdt Cornelis Claesz, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
29-01-1667 Lauris Aresz, weduwnaer, compareerde selve in persoon, met Aeltjen Jacobs, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Dirck Pietersz Schipper, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-02-1667 Claes Engelsz, jongesel wonende in ’t Camerhop in den banne van Graft, compareerde selfe in persoon, met Neel Jans, jongedochter wonende in de Starnmeer in den banne van Jhisp, compareerde voor haer Cornelis Jansz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-02-1667 Cornelis Sijvertsz, jongesel, compareerde voor hem IJemert Cornelisz, sijne stiefvader, met Trijn Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-02-1667 Henrick Cornelisz Kan, jongesel, compareerde voor hem Jan Cornelisz Kan, sijnen broeder, met Guijrtjen Baerts, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Claes Baertsz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
06-02-1667 Sijmon Pietersz, jongesel, compareerde selfe in persoon, met Maertjen Jans, jongedochter, beijde wonende in de Schermeer in den banne van Graft, compareerde voor den bruijdt Creijn Garbrantsz, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-02-1667 Heertjen Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Jasper Laurisz, sijnen swager, wonende in de Rijp, met Aechjen Pieters, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Maertsz Scuijt, haeren oom ende voochdt, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-03-1667 Cornelis Jacobsz Kuijper, jongesel, compareerde voor hem Jacob Cornelisz Kan, sijnen vader, met Marij Dircks, jongedochter, compareerde voor haer Pieter Cornelisz Kan, haren voochdt, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
18-02-1667 Henrick Jansz, jongesel van Ursem, compareerde voor hem Jan Heijndricksz, sijne vader, met Griete Crijnes, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Crijn Jansz, haer vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
19-02-1667 Garbrant Jansz, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Jansz, sijnen broeder, met Aeltjen Garbrants, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Garbrant Pietersz, haren neef, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
26-02-1667 Jan Jacobsz Colles, jongesel, compareerde voor hem Pieter Jansz Garbrants, sijnen oom, met Neel Claes, jongedochter, compareerde voor haer Claes Albertsz Schoenmaker, haren vader, beijden wonende tot Graft, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
26-02-1667 Meus Cornelisz, jongesel, compareerde selfe in persoon, met Jantjen Claes, jongedochter beijde wonende op Graftdijck, compareerde van wegen de bruijdt Jacob Claesz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-03-1667 Jacob Jansz, jongesel wonende op de Oosterbuijrt, compareerde voor hem Meijnert Sijmonsz, sijnen neve, met Vokel Jacobs, jongedochter wonende in de Starnmeer, compareerde voor haer Jacob Cornelisz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-03-1667 Dirck Ronghsz, jongesel, compareerde voor hem Dirck Jansz, sijnen swager, met Griete Pieters, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Maerten Jansz Gelis, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-03-1667 Robanus Jaspersz Vischer, jongesel, compareerde voor hem Hedde Jansz, met Claesjen Sijmons, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Sijmon Claesz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-03-1667 Cornelis Gerridsz, jongesel, compareerde voor hem Gerrid Aukesz, sijnen vader, met Trijntjen Jacobs, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Abraham Jansz, haren oom ende voocht, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-03-1667 Tuenis Jacobsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Griete Dircks, jongedochter wonende tot Wormerveer, vertonende wettelijck bescheijt datte huwelijcks geboden tot Wessaen waren ingeschrven mits hier insgelijck soude geschieden ’t welck bij openbaren wegen is versocht ende geconsenteert omme bij den officier te bevestigen.
02-04-1667 Sijmon Lucasz, weduwnaer wonende in de Purmer in den banne van Purmerent, compareerde selfe in persoon, met Hillegondt Jans, jongedochter op Graftdijck, compareerde voor haer Louris Jansz, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
02-04-1667 Cornelis Maertensz, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Jansz, sijnen swager, met Leintjen Adriaens, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Zalomon Adriaensz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-04-1667 Cornelis Tjeertsz, weduwnaer tot Graft, met Neeltjen Cornelis, weduwe, wonende tot Wormer, vertonende wettelijck bescheijt datte huwelijcks geboden tot Wormer waren ingewillicht mits hier insgelijks souden geschieden ’t welck is geconsenteert om voorts bij den predicant te bevestigen.
09-04-1667 Dirck Cornelisz Dam, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Cornelis Albertsz, sijnen vader, met Maritjen Claes, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Aris Willemsz, haren stiefvader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
16-04-1667 Claes Claesz Slooten, jongesel, compareerde voor hem Pieter Claesz Slooten, sijnen broeder, met Jantjen Cornelis, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Jan adriaensz Backer, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-04-1667 Cornelis Claesz, jongesel wonende tot Graft, met Marritjen Auwels, jongedochter wonende tot Graftdijck, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Graftdijck wettelijck waren ingewillicht mits hier insgelijks souden geschieden ’t welck is gedaen om voorts bij den predicant te bevestigen.
07-05-1667 Jelle Pietersz, jongesel wonende tot Graft, compareerde selfe in persoon, met Dieuwer Willems, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde mede selfe in persoon ter overstaen van haren moeder adriaentjen Jans, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
19-06-1667 Pieter Sijmonsz, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde voor hem Sijmon Claesz, sijnen vader, met Vroutjen Pieters, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Willemsz, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-06-1667 Arent Jansz Groet, weduwnaer, compareerde zelfe in persoon, met Jantjen Jans, jongedochter, beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Arent Carssensz, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
13-08-1667 Jacob Remmersz Backer, weduwnaer tot Graft, met Marritjen Jans, weduwe wonende tot Schermerhorn, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot schermerhorn wettelijck waren ingeschreven om op morgen in den kercke te hebben haer eerste proclamaties ’t welck alhier mede is geaccordeert.
27-08-1667 Dirck Sijmonsz, jongesel wonende op den Marcken in den banne van Uitgeest, compareerde zelfe in persoon, met Lijsbeth Fredericks, weduwe wonende tot Graftdijck, compareerde van wegen de bruijdt adriaen Willemsz, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
27-08-1667 Jacob van Rossen, weduwnaer wonende tot Graft, met Trijntjen Alberts Met, weduwe wonende tot Alckmaer, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden ingeschreven waren tot Alckmaer, versochten hier insgelijks souden geschieden ’t welck is geconsenteert om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
30-09-1667 Jan Dircksz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde selfe in persoon, met jantjen Dircks, weduwe wonende tot Graft, compareerde mede selfe in persoon, versochten dat haren huwelijkse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officierte bevestigen.
01-10-1667 Hendrick Cornelisz Kan, jongesel wonende tot graft, compareerde selfe in persoon, met Meijntjen Grieckes, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde mede selfe in persoon, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
22-10-1667 Jan Sijmonsz, jongesel wonende op den Marcken, compareerde selfe in persoon, met Leuntjen Allerts, jongedochter wonende op de Laen, compareerde voor haer Claes Pietersz, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
22-10-1667 Pieter Dircksz Cramer, jongesel wonende tot Graft, met Trijntjen Fredericks, jongedochter wonende tot Oostgraftdijck, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Oostgraftdijck waren ingeschreven om bij den predicant te bevestigen, versochten hier insgelijck te geschieden.
29-10-1667 Garbrant Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Garbrant Jansz, sijnen oom, met Guijrtjen Claes, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Claes Cornelisz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-11-1667 Jacob Claesz, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde voor hem Jan Jacobsz, sijnen broeder, met Trijn Adriaens, weduwe tot Graft, compareerde voor haer Pieter Jansz Lackeman, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-11-1667 Jan Hendricksz Hoorn, weduwnaer wonende tot Graft, met Aeltjen Jans, weduwe wonende te Outschil op Texel, vertonende wettelijck bescheijt dat haren huwelijcks geboden op Texel wettelijck waren ingeschreven, versochten hier insgelijks om voorts bij den predicant te bevestigen.
19-11-1667 Jan Govertsz, jongesel, compareerde selfe in persoon, met Geert adriaens, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Willemsz, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
20-11-1667 Heijndrick Willemsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Cornelisz, sijnen oom, met Maritjen jacobs, jongedochter wonende in de Ackersloterwoud, compareerde voor haer Jan Cornelisz haren buijrvrijer, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
20-11-1667 Jan Pietersz Meiser, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Jacob Pietersz Meiser, sijne neve, met Neel Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Claesz Schoudt, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-12-1667 Jan Jansz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Dircksz, sijnen buijrman, met Maritjen Frerick, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Jacobsz, haren vrundt, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
03-12-1667 Dirck Remmersz, jongesel, compareerde voor hem Jan Cornelisz Meiser, sijnen oom, met Duijfjen Gerrids, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Dirck Jansz Neijer, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-12-1667 Garbrant Claesz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met maritjen Cornelis Bhoots, jongedochter tot Jhisp, vertonende wettelijck bescheijt datte huwelijcks geboden tot Jhisp waren ingeschreven om voorts bij den schoudt te bevestigen.
10-12-1667 Frans Jansz, weduwnaer, compareerde voor hem Claes Jansz, sijnen broeder, met Duijfjen Cornelis, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijdt Jelle Cornelisz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
10-12-1667 Cornelis Arisz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Jansz Tijsz, sijnen oom, met Trijn Gerrids, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Tuenis Gerridsz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
17-12-1667 Jan Pietersz Kan, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Pieter Cornelisz Kan, sijnen vader, met Guijrtjen Cornelis, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Cornelis Jansz Stijnes, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
29-12-1667 Claes Dircksz, weduwnaer wonende in den Schermer in den banne van Graft, met Neeltjen Nanninghs, weduwe mede wonende in de Schermer in den banne van Ackersloot, vertonende wettelijck bescheijt datte huwelijcke geboden wettelijck waren ingeschreven versochten hier insgelijks ’t welck is geconsenteert omme voorts bij den officier te bevestigen.
29-12-1667 Claes Claesz, jongesel wonende tot Graft, met Neel Claes, jongedochter wonende op de Laen, vertonend wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Oostgraftdijck wettelijck waren ingeschreven om voorts bij den predicant te bevestigen.
29-12-1667 Ouwel Jansz, jongesel van Graftdijck, met Maritjen Cornelis van Koedijck, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Koedijck waren ingeschreven om voorts bij den officier te bevestigen.
31-12-1667 Pieter Huijbertsz Wittebroodt, jongesel wonende tot Jhisp, compareerde selfe in persoon, present sijn vader Huijbert Pietersz Wittebroodt, sijn vader, met Lobbrich Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde mede selfe in persoon, geassisteert met Claes Cornelisz Vuick, haren voocht, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
31-12-1667 Claes Claesz Vuick, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Claes Asriaensz, sijnen oom, met Trijn Cornelis, jongedochter wonende tot Graftdijck, compareerde voor haer Maerten Adriaens, haren voogd, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
31-12-1667 Mr. Herman Jansz Vriesius, weduwnaer tot Schermerhorn, compareerde selfe in persoon, met Aecht Meijnderts, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Maerten Jacobsz, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
31-12-1667 Pieter Claesz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Grueter, sijne stiefvader, met Neel Claes, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijdt Claes Cornelisz Kock, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
04-01-1668 Cornelis Jansz, jongesel, compareerde voor hem Henrick Cornelisz, sijnen swager, met Marij dircks, jongedochter, compareerde voor haer Dirck Jansz, haren vader, beijde wonende tot Oostgraftdijck, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
14-01-1668 Claes Jacobsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Jacob Pietersz Paij, sijnen oom, met Duijve Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Pietersz Decker, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1668 Adriaen Claesz, jongesel tot Westgraftdijck, compareerde voor hem Jan Claesz, sijnen broeder, met Griete Claes, jongedochter wonende in de Schermer in den banne van Ackersloot, compareerde van wegen de bruijdt Claes Gerridsz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-01-1668 Claes Dirksz, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Dircksz, sijnen broeder, met Neeltjen Cornelis, weduwe beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Cornelisz Meijer, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-01-1668 Dirck Jansz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Tuenisz, sijnen swager, met Neel Gerrids, jongedochter, beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor den bruijdt Gerrid Gerridsz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-01-1668 uenis Maertensz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Guijrtjen Egberts, jongedochter wonende in de Schermer in den banne van Alckmaer, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Alckmaer waren ingeschreven, versochten hier insgelijck mochten geschieden om voort bij den officier te bevestigen.
04-02-1668 Pieter Jacobsz, weduwnaer, compareerde voor hem Sijmon Adriaensz, sijnen swager, met Jantjen Reijers, weduwe beijden wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Gleijn Jacobsz, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
11-02-1668 Jacob Jacobsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Dircksz, sijnen swager, met Lijsbeth Viens, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Vien Jansz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
11-02-1668 Claes Dircksz Cramer, weduwnaer, compareerde selfe in persoon, met Trijn Pieters, weduwe wonende beijden tot Graft, compareerde voor den bruijdt Claes Albertsz, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
11-02-1668 . Jacob Adriaensz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Maritjen Cornelis, jongedochter wonende tot Wormer, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Wormer waren ingeschreven, versochten hier insgelijcks om voorts bij den officier bevestigt te werden ’t welck is geconsenteert.
03-03-1668 Jacob Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Dircksz, sijnen vader, met Madeleen Wilms, weduwe beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Claes Willemsz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-03-1668 Jacob Jacobsz, weduwnaer wonende in den Rijp, compareerde selfe in persoon, met Maritjen Cornelis, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haren neve, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
29-03-1668 Tuenis Gerritsz, jongesel, compareerde voor hem Tuenis Tuenisz Windigh, sijnen oom, met Marij Arents, jongedochter, beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor den bruijdt Arent Pietersz Throon, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
31-03-1668 Jacob Jansz, jongesel op de Westerbuert, compareerde voor hem Cornelis Dircksz Schipper, sijnen oom, met Trijntjen Dircks, jongedochter wonende op de Oosterbuert, compareerde voor haer Claes Dircksz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
31-03-1668 Claes Cornelisz, weduwnaer tot Graft, met Guijrtjen Leijsers, weduwe wonende tot Schermerhorn, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Schermerhorn waren ingewilligt met versoeck hier insgelijck mochten geschieden ’t welck ingewillicht omme voorts nae verloop haren geboden bij den predicant te bevestigen.
21-04-1668 Jacob Jacobsz Kuijper, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, met Trijn IJsbrants, jongedochter wonende tot Saendam aen den Oostzij, vertonende wettelijck bescheijt dat huwelijcks geboden tot Zaendam wettelijck waren ingeschreven, met versoeck hier insgelijck souden gedaen werden, ’t welck geconsenteert is, om voorts bij den predicant te bevestigen.
28-04-1668 Cornelis Jansz, jongesel, compareerde voor hem Jan Cornelisz Visjager, sijnen vader, met Jantjen Claes, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor de bruijdt Jacob Albertsz, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-04-1668 Dirck Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Wilm jansz Krieck, sijnen buijrman, met Aeltjen Pieters, jongedochter wonende in de Schermer in den banne van Ackersloot, compareerde voor haer Pieter Harcksz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-04-1668 Claes Cornelisz Vuick, jongesel wonende tot Graft, met Griet Jans, jongedochter van Purmerent, compareerde voor haer beijden Jan Cornelisz Schoen, de broeder van den bruijdegom ende swager van den bruijdt, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-05-1668 Reijntjen Jansz, jongesel wonende tot Oostgraftdijck, compareerde voor hem Jacob Jansz, sijnen broeder, met Annetjen Dircks, jongedochter wonende in den banne van Jhisp, compareerde voor haer Jan Jellesz, haren stiefvader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schoudt te bevestigen.
05-05-1668 Pieter Vechtersz, jongesel wonende in Jhisp, compareerde voor hem Jan Vechtersz, sijnen broeder, met Wapjen Tijs, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Tijs Tuenisz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-05-1668 Claes Adriaensz, weduwnaer, compareerde selfe in persoon, met marij Willems, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Claesz Krieck, haren neef, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
10-06-1668 Cornelis Jacobsz, jongesel wonende tot Ackersloot, compareerde voor hem Pieter Jacobsz, sijnen broeder, met Aeltjen Jans, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Jacob Jansz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden wettelijck souden werden ingewillicht ’t welck is geconsenteert omme na behooren proclamaties bij den officier te bevestigen.
22-07-1668 Dr. Augerius Ossekoodt, jongman predicant tot Graft, met marijtjen Jacobs, jongedochter wonende tot Niedorp, vertonende wettelijck bescheijt dat huwelijcks geboden tot Niedorp wettelijck waren ingeschreven waer op hier insgelijck is versochten om heden te hebben haere eerste proclamaties in den kercke tot Graft om dan voorts te bevestigen.
24-07-1668 Dirck Jansz Klinckert, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde zelfe in persoon, met Trijntjen Jacobs van Sevenhoven, jongedochter wonende tot Amsterdam, compareerde voor haer Anne Jans, vertonende sekeracte bij Dr. Rudolphus geschreven ende bij haer selfe ondertekent op den 23 deses waerbij Anne Jans wert versocht ende oock gelast sulck alhier voor haer te laten aentekenen om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
25-08-1668 Cornelis Pietersz, weduwnaer wonende op den Vinckhuijsen, compareerde selfe in persoon, met Mareitjen Tijs, wonende tot Graft, compareerde voor haer Maerten Cornelisz, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
01-09-1668 Dirck Fredericksz, weduwnaer wonende tot Schermerhorn, compareerde selfe in persoon, met Jopjen Cornelis wonende tot Graft, compareerde voor jaer Pieter Dircksz Mack, haren neve, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
08-09-1668 Arent Jacobsz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Pietersz sijnen oom, met Marij Cornelis, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor den bruijt Maerten Jansz Krieck, haren oom, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
18-09-1668 Jacob Heijnesz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Jansz Noorder, met Mareitjen Haring, jongedochter, compareerde voor haer Adriaen Gijssensz, haren buijrman, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
22-09-1668 Pieter Jansz Gorter, jongesel, compareerde voor hem jan Jansz Gorter, sijnen broeder, met Griete Claes, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor de bruijdt Cornelis Claesz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
13-10-1668 Jan Floresz, jongesel, compareerde voor hem Abraham Jansz, sijnen oom, met Aeltjen Muerlinck, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijdt jan Muerlinck, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
27-10-1668 Claes Claesz, jongesel, compareerde voor hem Sijmon Heijnesz, sijnen swager, met Lijsbeth Jacobs, jongedochter wonende beijden in ’t Noordeijnt, compareerde voor den bruijdt Cornelis Jacobsz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schoudt te bevestigen.
01-12-1668 Jacob Leendertsz, jongesel, compareerde voor hem Herman Roelofsz, sijnen stiefvader, met Jantjen Cornelis, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdt Pieter Cornelisz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
08-12-1668 Dirck Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Dircksz, sijnen vader, met Neel Jans, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Meijer Jansz, haren broeder, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
19-12-1668 Bartel Pietersz, jongesel, compareerde selfe in persoon, wonende op den Oosterbuert, met Aeffjen Dircks, jongedochter wonende op den Laen, compareerde voor haer Dirck Claesz, haren vader, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen, welcke geboden eerst bij den predicant tot Oostgraftdijck sijn ingeschreven ende aldaer een mael sijn afgecondicht ’t welcke nu op zondag eerstcomende deselve proclamatie te doen.
22-12-1668 Jan Cornelisz, jongesel wonende op den Vinckhuijsen, compareerde voor hem Jacob Cornelisz, sijnen broeder, met Neeltjen Tuenis, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Maerten Cornelisz, haren swager, versochten dat haren huwelijkse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.

Transcriptie: GeneaData  Datum: 15-07-2023

Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11

Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.

Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.

Dit bericht is geplaatst in DTB. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *