Graft Huwelijken Civiel 1661-1662

Graft Huwelijken Civiel  1656 – 1811

Graft Periode 1661 – 1662.

01-01-1661 Heertjen Jansz, jongesel, compareerde voor hem Gerrid Jacobsz Vogeles, sijne oom, met Garberigh Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Cornelis Gertsz Slocker, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
01-01-1661 Sijmon Adriaensz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Jacob Lodewijcksz, sijne oude oom, met Trijn Jacobs, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jacob Iensz, haeren vader, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
01-01-1661 Pieter Jansz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Jan Pietersz Kadt, sijne vader, met Duijfjen IJsbrants jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jan Pietersz Boll, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
08-01-1661 Dirck Miensz, jongesel, compareerde voor hem Claes Miensz, sijnen broeder, met Guijrtjen Claes, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijt Cornelis Jansz Aves, haeren neef met consent soo hij verclaerde van de vader, versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
08-01-1661 Claes Jansz, jongesel wonende tot Graft, met Maritjen Claes, jongedochter wonende tot Noort Schermer, compareerde met wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Groot Schermer waren ingewillicht, versochten alhier van gelijck ’t welck is geconsenteert.
22-01-1661 Pieter Dirckxz Geelis, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Pietersz Gelis, sijn vader, met Vrouwe Pieters, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Willemsz haeren zwager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
22-01-1661 Jacob Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Pieter Cornelisz sijne zwager, met Aechte Pieters, jongedochter mede in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jacob Pietersz haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
22-01-1661 Adriaen Dirckxz, compareerde voor hem zelf, weduwnaer wonende tot Graft, met Neel Jacobs, weduwe mede alhier, compareerde voor haer Jacob Jacobsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-02-1661 Maerten Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Maertensz, sijne vader, met Dieuwer Jans, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jan IJversz haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
05-02-1661 Pieter Jochemsz, weduwnaer tot Graft, met Maritjen Vechters, jongedochter wonende tot Zaendam, compareerde de bruijdegom zelfe in persoon, met wettelijck bescheijt dat de geboden tot Zaendam waren ingewillicht mits dat tot Graft insgelijks sal geschieden om bij den predicant te bevestigen.
05-02-1661 Pieter Adriaensz, jongesel wonende tot Ackersloot, compareerde voor hem Jacob Pietersz sijne oom, met Hillegont Corstens, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Cors Jansz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
19-02-1661 Gerrit Claesz, weduwnaer compareerde voor hem Jan Jansz sijne zwager, met Neeltjen Wilms, weduwe, compareerde voor haer Jan Claesz, haren zwager, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
19-02-1661 Pieter Pietersz Valck, weduwnaer van Graft met Guertjen Lammerts, weduwe beijde wonende tot Amsterdam, met wettelijck bescheijt dat de proclamatien tot Amsterdam waren ingewillicht om aldaer in de kerck geproclameert te werden mits dat alhier van gelijk souden geschieden.
26-02-1661 Lauris Dircksz, weduwnaer, met Madeleen Alberts, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde beijde in persoon, versochten dat haere huwelijks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-03-1661 Cornelis Jansz, weduwnaer wonende op de Oosterbuijert, met Mareitjen Jans, jongedochter wonende in den banne van Acersloot vertonend wettelijck bescheijt datte geboden tot Acersloot waren ingeschreven mits dat hier insgelijks souden geschieden ’t welck is geconsenteert om voorts bij den officier te bevestigen.
19-03-1661 Jan Adamsz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Pieter Tuenisz sijne zwager, met Griete Gerrits, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Gerrid Claesz haeren vader, versochten dat haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
19-03-1661 Garbrant Jansz Colles, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Dirck Jansz Kadt, sijne broeder, met Marij Jans, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Gerrid Dircksz Meijer, haeren stiefvader, versochten dat haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werde om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-04-1661 Jan Juriaensz, jongesel wonende in de Beemster, compareerde voor hem Juriaen jansz, sijne vader, met Neel Cornelis, jongedochter wonende tot Graft, comparerde voor haer Jan Pietersz Kadt haeren stiefvader, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-04-1661 Jan Cornelisz Schoen, jongesel wonende tot Graft, met Marij Jans, jongedochter wonende tpt Purmerendt vertonende wettelijck bescheijt dat haeren huwelijcks geboden tot Purmerent waren ingewillicht, versochten hier insgelijks ’t welck is geconsenteerd om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-05-1661 Flores Jansz, jongesel, compareerde zelfe in persoone met Haesjen Claes, weduwe beijde wonende in de schermer in de banne van Graft, compareerde voor den weduwe Jan Claesz haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen
04-06-1661 Jan Jansz, weduwnaer wonende tot Noort Schermer, met Zijte Maertens, weduwe wonende tot Graft, compareerde beijde zelfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
04-06-1661 Claes Jansz Oomes, jongesel, compareerde zelfe in persoon, met Niesjen Cornelis beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Taems Cornelisz haer behuwde vrindt, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ineschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
16-07-1661 Jan Pietersz, jongesel wonende alhier met Trijn Pauwels van Middelie mede van alhier, vertonend wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Middelie wettelijck waren ingewillicht met belastinge hier mede te mochen gaen, versochten desselve hier sullen ineschreven om voorts bij den predicant te bevestigen.
23-07-1661 Cornelis Jacobsz Roboll, jongesel wonende tot Schermerhorn, met Cniertjen Vochters, jongedochter wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Simon Claesz Roboll sijne oom ende voocht, van wegen de bruijt Wigger Vochtersz haeren broeder, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-07-1661 Jan Sijmonsz, jongesel wonende tot Schermerhorn, met Geertjen Vochters, jongedochter wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Jacobsz Marius sijne oom ende voocht, van wegen de bruijt Wigger Vochtersz haeren broeder, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
23-07-1661 Arian Jansz, jongesel, compareerde zelfe in persoon, met Ariaemtje Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Stijn Dieloffsz haren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
30-07-1661 Jochem Michielsz, jongesel van Uitgeest met Cnijrtjen Jacobs, jongedochter wonende tot Graft, compareerde van ween de bruijdegom Abraham jansz sijne oom ende Jan Michielsz haeren broeder ende van wegen de bruijt Willem jacobsz Mackes hare voocht ende Lauris Jacobsz haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
20-08-1661 Andries Jacobsz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Wilm Sijmonsz sijne buijerman met Maritjen Jans, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jan Jansz hare vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
27-08-1661 Jan Adrianesz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Arent Pietersz sijne zwager, met Marij Jacobs, jongedochter van Graft, compareerde voor haer Dirck Jansz hare zwager, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
29-09-1661 Pieter Jacobsz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem IJsbrant Jacobsz, sijne broeder, met Guerte Pieters, weduwe wonende alhier, compareerde voor haer Jacob Pietersz haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
08-10-1661 Arent Jacobsz, weduwnaer, compareerde voor hem Gerrid Jacobsz, sijne broeder, met Teetjen Pieters, weduwe, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz Rogh haren oom, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
08-10-1661 Pouwels Gerridsz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Gerrid Gerridsz sijne broeder, met Trijn Dircks, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Gerrit Dircksz hare zwager, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
15-10-1661 Cornelis Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Lauris Dircksz, sijne broeder, met Trijn Wilms, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Sijmon Wilms haren broeder, versochten dat haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
15-10-1661 Sijmon Garbrantsz, jongesel, compareerde zelfe in persoon, met marij Heijnes, weduwe wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Jacob Pietersz Decker haeren vruindt versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schout te bevestigen.
22-10-1661 Gleijn Gertsz, jongesel, compareerde voor hem Gerrid Claesz sijne vader, met Anne Jans, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jacob Jansz Dissel, haren vader, versochten dat haren huwelijcks geboden wetttelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
29-10-1661 Tuenis Jansz Gelis, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Adam Cornelisz, sijne voocht, met Claesjen Maertens, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Claes Claesz Wilms, haeren oom, versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ineschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
05-11-1661 Claes Baertsz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Baert Pietersz, sijne vader, met Aeltjen Jacobs, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Jacobsz, haere broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-11-1661 Bartell Wilmsz Coster, jongesel, compareerde voor hem Jan Lourisz sijne oom, met Trijn Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Jacob Pietersz Colles, haeren voocht, versochten dat haeren huwelijcks eboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
12-11-1661 Jan Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Claes Claesz sijne stiefvader, met Aeltjen Adriaens wonende in de Rijp, compareerde voor haer Arent Pieters haren zwager, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
12-11-1661 Cornelis Lambertsz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Dircksz, sijne stiefvader, met Guijrtjen Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Mr. Jan Muerlinck, haeren wettelijcke voocht, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-12-1661 Jan Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Dircksz, sijne broeder, met Maritjen Claes, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Wilm Sijmonsz, haeren buijrman, met wettelijck bescheijt van haer vader Claes Remmerts wonend tot Monnickendam, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
03-12-1661 Jan Jansz Ridder, jongesel, compareerde voor hem Pieter Jansz Ridder, sijne broeder, met Jantjen Jans, weduwe, compareerde voor haer Pieter Jansz, haren broeder, versochten dat haere huwelijcks geboden wettelijck ingscheven souden weren om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
03-12-1661 Dirck Jacobsz, jongesel, compareerde voor hem Claes Jacobsz sijne broeder, met Neel Cornelis, jongedochter beijde wonende alhier, compareerde voor de bruijt Claes Jacobsz, haeren meester, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
10-12-1661 Jan Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Jansz, sijne vader, met Neel Jans, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Jansz Bouwer, haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
17-12-1661 Jacob Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Frericksz, sijne vader, met Maritjen Tuenis, jongedochter, beijde wonende op Gaftdijck, compareerde van wegen de bruijt Tuenis Pietersz Appel, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
20-12-1661 Dirck Mierisz, jongesel van Graft, compareerde voor hem Pieter Cornelisz sijne voocht, met Trijn Dircks, jongedochter wonende tot Zaendam, compareerde voor haer Dirck Sijmonsz haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
31-12-1661 Dirck Wilmsz Lakeman, weduwnaer wonende tot Graftdijck met Neeltjen Claes, weduwe wonende tot Lansmeer vertonende wettelijck bescheijt dat de geboden tot Lansmeer bij den schout waren ingewillicht mits hier insgelijks souden geschieden ’t welck is geschiet, om voorts bij den officier te bevestigen.
31-12-1661 Jacob Baltesz, jongesel, compareerde ze;fe in persoon, met Dieuwer Lauwes, jongedochter beijde wonende tot Graftdijck, compareerde van wegen de bruijt Lauwis Kauwisz haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
31-12-1661 Pieter Pietersz, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Pietersz, sijne broeder, met Trijntgen Cornelis, weduwe beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijt arent Cornelisz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schoudt te bevestigen.
07-01-1662 Pieter Claesz, jongesel, compareerde voor hem Claes Albertsz, sijne vader, met Zara Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de brujt Pieter Jansz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
07-01-1662 Jacob Cornelisz, weduwnaer wonende tot Oost Graftdijck, compareerde van wegen hem Pieter Cornelisz, met Hillegont Wilms, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Cornelis Dircksz Valck, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
07-01-1662 Cornelis Wilmsz, weduwnaer, compareerde zelfe in persoon, met Maritjen Lamberts, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Pieter Dircksz Boots, haeren stiefvader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
07-01-1662 Jan Jansz, jongesel alhier, compareerde zelfe in persoon met sijn vader Jan Olofsz, met Zeitjen Zalomons, weduwe wonende tot Zaendam, compareerde zelfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
14-01-1662 Pieter Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, met Lijsbeth Pieters, weduwe wonende in de Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Jansz, sijne vader, van wegen de bruijt Pieter Reijndersz, haren zwager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-01-1662 Taems Claesz, jongesel, compareerde voor hem Dirck Claesz, sijnen broeder, met Aecht Jacobs, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor den bruijt Jacob Claesz Backer, haren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
28-01-1662 Cornelis Olofsz, weduwnaer, compareerde zelfe in persoon, met Maritjen Jans, jongedochter beijde wonende tot Graftdijck, compareerde van wegen de bruijt Cornelis jansz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-01-1662 Cornelis Dircksz, jongesel, compareerde zelfe in persoon, wonende tot Graftdijck, met Neel Arents, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Zijger Arentsz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
07-02-1662 Wigger Jansz, jongesel van Harlingen, compareerde zelfe in persoon, met Jaepjen Boudewijns, jongedochter van Graft, compareerde voor haer Cornelis Martensz haeren oom, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
04-03-1662 Jan Dircksz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Oloff Jansz, sijne oom, met Maritjen Franses, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Zijwert Dircksz, haeren neef, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
04-03-1662 Cornelis Jacobsz Relck, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Claes Baertsz, sijne zwager, met Marij Jacobs, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Claes. Jacobsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen
04-03-1662 Garbrant Jansz, jongesel wonende tot Noort schermer, compareerde zelfe in persoon, met Geertjen Jans, jongedochter wonende op de Oosterbuijrt, compareerde voor haer Dirck Jansz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
11-03-1662 Jasper Wilms, weduwnaer wonende tot Graft, met Neeltjen jacobs, jongedochter wonende tot Alckmaer, vertonende wettelijck bescheijt dat de geboden tot Alckmaer sijn ingewillicht om alhier ende daer bij den schout geproclameert te werden.
18-03-1662 Cornelis Jacobsz, weduwnaer, compareerde voor hem Jacob Cornelisz, sijne vader, met Anne Claes, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Vien Claesz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
18-03-1662 Gerrid Jacobsz, jongesel, compareerde voor hem Sijmon Jacobsz, sijne broeder, met acye van consent van den vader Jacob Sijmonsz, met Adriaentjen Adriaens, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jacob Adriaensz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
25-03-1662 Jan Gerridsz Ruts, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Gerridsz, sijne broeder, met Trijn Claes, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Claes Jansz Snijder, haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
11-06-1662 Gerrid Jansz, jongesel, compareerde voor hem Jan Pietersz, sijne vader, met Marij Claes, jongedochter beijde wonende op Oost Graftdijck, compareerde voor haer Sijmon Cornelisz, haer voocht, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
01-07-1662 Cornelis Claesz Mackes, jongesel wonende alhier, compareerde voor hem Sijmen Claesz mackes, sijne voocht, met Haesjen Ares, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Aris Claesz, haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
15-07-1662 Gerrid Jansz, weduwnaer wonende tot Zaendijck, compareerde zelfe in persoon, met Lijsbeth Cornelis, jongedochter van Graft, compareerde voor haer Claes Claesz, haren stiefvader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
02-09-1662 Cornelis Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Pietersz, sijne broeder, met Garmentj Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Oost Graftdijck, compareerde van wegen de bruijt Cornelis Cornelisz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-09-1662 Jan Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Claes Jansz, sijne oom, met Anne Jans, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Jansz, haren neef, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
21-09-1662 Claes Claesz, jongesel wonende tot Graft, met Trijntjen Pieters, jongedochter wonende tot Zuijt Schermer, compareerde met wettelijck bescheijt dat haren huwelijcks geboden tot Zuijt Schermer waren ingeschreven, versochten hier insgelijck, ’t welcke hier is toegepast om voorts bij den predicant te bevestigen.
28-09-1662 Jan Albertsz, jongesel van Noort Schermer, compareerde voor hem Cornelis Heijndricksz, sijne oom, met Neel sijmons, jongedochter wonende alhier, compareerde voor haer Allert Sijmonsz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-09-1662 Jan Jacobsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Cornelis Jansz Rouwijn, sijne oom, met Neeltjen Dircks, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jochem Michielsz sld haren voocht, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
28-09-1662 Wilm Jacobsz, weduwnaer wonende alhier met Trijn Claes, jongedochter wonende tot Graftdijck, vertonend wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Graftdijck sijn ingewillicht ’t welck op ’t selve gelijck alhier insgelijck is geschiedt om voorts bij den predicant bevestigt te werden.
19-11-1662 Jan Maertensz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Pietersz, sijne zwager, met Antjen Cornelis, jongedochter beijde wonende op de Vinckhuijsen, compareerde voor de bruijt Rem Claesz, haren buijervrijch met consent van Rijck Volckerts, de bruijts moeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
25-11-1662 Gerrid Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Gertsz Matselaer, sijne oom, met Crijntjen Jans, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Jansz Gorter, haren zwager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
02-12-1662 Cornelis Pietersz, weduwnaer tot Driehuijs, compareerde zelfe in persoon, met Aeltjen Dircks, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Pietersz Colles, haren voochd, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
16-12-1662 Adriaen Ghijsbertsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Ghijsbertsz, sijne broeder, met Machtel Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Heertjen Jans, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
16-12-1662 Pieter Crijnsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde zelfe in persoon met wettelijck bescheijt van ’t consent van sijne vader, met Anne Heijnderickx, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jeroen Heindericksz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
23-12-1662 Jan Jansz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jansz Dissel, sijne vader, met Trijn maertens, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Tuenis Maertensz, haren broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen.
30-12-1662 Jacob Cornelisz. Jongesel in de Schermeer in de banne van Graft, met Mintjen Jacobs, jongedochter van Neck, compareerde beijde zelfe in persoon, met bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Purmerent wettelijck waren ingeschreven met versoeck tot Graft insgelijck soude geschieden ’t welck is geconsenteert om voorts bij den officier te bevestigen.
30-12-1662 Adriaen Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Claes Cornelisz, sijne broeder, met Adriaentjen Jans, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Cornelisz, haren zwager, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
30-12-1662 Pieter Jansz, jongesel, compareerde voor hem Claes Sijmonsz, sijne oom, met Neel Wilms, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor de bruijt Wilm Jans, haren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen.
25-12-1662 Claes Cornelisz, jongesel van Graft, met Dieuwer Claes, jongedochter van Graftdijck, compareerde met wettelijck bescheijt dat de huwelijcks geboden tot Graftdijck wettelijck waren ingeschreven, versochten hier insgeklijcks ’t welck is geconsenteert om voorts bij den predicant te bevestigen.

Transcriptie: GeneaData  Datum: 14-07-2023

Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11

Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.

Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.

Dit bericht is geplaatst in DTB. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *