Graft Huwelijken Civiel 1656 – 1811
Graft Periode 1659 – 1660.
04-01-1659 | Claes Jacobsz, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Abelsz, sijnen zwager, met Aeltjen Claes, weduwe beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Dirck Claesz haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-01-1659 | Claes Dircksz, jongesel wonende in de Schermeer, met Guirt Allerts, jongedochter wonende tot Opdam, compareerde de bruijdegom zelfe in persoon met wettelijck bescheijt van de officier te Opdam dat de geboden aldaer waren ingeschreven, voorts versochten ’t zelve mede ingewilligt te werden om dan voorts bij den schout te bevestigen, ’t welck alhier mede is geconsenteert. |
14-01-1659 | Brem Cornelisz, jongesel, compareerde zelfe in persoon met Marij Bartels, jongedochter beijde wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Egbert Meijnertsz, haeren zwager, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
14-01-1659 | Gootjen Gootjesz, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Jansz Olijslager, sijnen zwager, met Neel Cornelis, beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Maerten Maertensz, haeren vrund, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
14-01-1659 | Claes Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Jacob Pietersz, sijnen broeder, met Dieuwer Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijcke geboden wettelijk ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
14-01-1659 | Cornelis Tuenisz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Tuenisz, sijnen broeder, wonende in ’t Noordeijnt, met Madeleen Wilms, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Wilmsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcke geboden ingeschreven souden werden om dan voort bij den predicant te bevestigen. |
14-01-1659 | Pieter Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Cornelis Tuenisz, sijnen vader, met Aechte Claes, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Sijmon Claes, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
18-01-1659 | Jan Cornelisz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Jansz, sijnen vader, met Aefjen Arents, jongedochter winende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Arentsz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
18-01-1659 | Jacob Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Gerrid Maertensz, sijnen oom, met Weijntjen Jans, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Pieter Tuenirsz, haeren zwager, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
25-01-1659 | Gleijn Tuenisz, jongesel, compareerde voor hem Tuenis Gleijnisz, sijnen vader, met Dieuwer Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijt Pieter Pietersz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
01-02-1659 | Cornelis Danielsz, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde zelfe in persoon, met Maeritjen Maertens, jongedochter uit ’t Noordeijnt mede wonende in de Rijp, compareerde voor haer Maerten Jansz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
01-02-1659 | Maerten Pietersz Geelis, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Allert Claesz, sijnen zwager, met Grietje Goverds, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Pieter Jansz Nellis, haeren buijrman, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
15-02-1659 | Gerrid Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Jan Gertsz, sijnen oom, met Jantjen Jans, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Pieter Dircksz, haeren zwager, versochten dat de huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
15-02-1659 | Mr. Jan Muerlinck, weduwnaer, compareerde zelfe in persoon, met Neel Heertjes, weduwe beijden wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Dirck Tuenisz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven spuden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
15-02-1659 | Cornelis Jansz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Dirck Pietersz, sijnen zwager, met Aefjen Cornelis, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Cornelisz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
15-02-1659 | Taems Heertgensz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Heertjen Jansz Kinnes, sijnen vader met Neel Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Cornelisz Brouwer, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
22-02-1659 | Jan Jansz, weduwnaer wonende tot Graft, met Trijn Bartels, weduwe wonende op de Laen van ’t Oosterbuert, vertonende wettelijck bescheijt dat de huwelijckse geboden op Oostgraftdijck waren ingewilligt bij D.Heringa, versochten haer insgelijks souden werden gedaen ’t welck geaccordeert om voorts bij den predicant te bevestigen. |
01-03-1659 | Pieter Pietersz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Baert Pietersz Nantges, sijnen stiefvader, met Anne Pieters, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Pieter Arentsz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
08-03-1659 | Pieter Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Pauwels Dircksz, sijnen broeder, met Grietjen Pieters, jongedochter, beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Pieter Cornelisz Kas, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijk ingeschreven souden werden om dan voorts in den kercke te bevestigen. |
29-03-1659 | Sijmon Wilmsz, jongesel wonende tot Graft met Neeltjen Jacobs, jongedochter wonende tot Zuijtschermer, compareerde voor Wilm Sijmonsz de vooschreven bruijdegoms vader met wettelijck bescheijt datte huwelijckse geboden tot Zuijtschermer waeren ingewilligt versochten alhier van gelijck ’t welck is ingewilligt om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
02-04-1659 | Herman Danielsz, jongesel wonende tot Amsterdam, compareerde zelfe in persoon, met Wettelijck bescheijt van sijn vader ende moeder, met Trijntjen Cornelis, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Zijbren Pietersz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
26-04-1659 | Jan Cornelisz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Jansz, sijnen vader, met Aecht Dircksz, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Volckert Pietersz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
15-06-1659 | Dr Cornelis Canteris, jonghman, bedienaer des Goddelijcks woorts alhier, met Catharina van den Luffels, jongedochter wonende tot Rotterdam, compareerde met wettelijck bescheijt van den kerckeraed tot Rotterdam datte huwelijckse geboden aldaer waren ingewilligt, versochten derhalven hier insgelijck mochten geschieden ’t welcke oock is geconsenteert om mede indese kercke geproclameert te werden. |
28-06-1659 | Cornelis ., jongesel, compareerde voor hem Jacob Lucasz van ’t Slot, sijnen oom, met Zijbregh Jans, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Mr. Jan Muerlinck, haeren stiefvader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen |
12-07-1659 | Arent Jansz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Claesz Pender, sijnen neef, met Anne Dircks, jongedochter beijden wonende alhier, compareerde voor haer Jacob Pietersz haeren oom, versochten dat haren huwelijcke geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-08-1659 | Jan Cornelisz, weduwnaer, compareerde voor hem Maerten Jans Loueck, sijnen zwager met Neel Heertjes, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Gerrid Jacobsz Rogelaer, haeren zwager versochten dat haeren huwelijcke geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
07-09-1659 | Jan Cornelis, jongesel wonende tot Uijtgeest met Metjen Jans Jans, jongedochter van de Oosterbuert mede jeenswoordig woonagtih tot Uijtgeest voorschreven, compareerde de voorschreven bruijdeom zelfs in persoon met bescheijt de geboden in Uitgeest waren ingewillit versochten mede om elijcken souden geschieden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
13-09-1659 | Jacob Lammertsz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Dircksz Proets, sijn stiefvader, metTrijn Dircks, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde voor den bruijt Crelis Pietersz haere zwager, versogten dat haere huwelijkse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
19-09-1659 | Dirck Jansz, jongesel wonende tot Wessanen, compareerde voor hem Jan Jansz sijne vader, met Dieuwer Cornelis, jongedogter wonende in ’t Noordeijnde, compareerde voor haer Gerrid Dircksz Nomes, haere zwager, versogten dat haere huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
19-09-1659 | Jasper Wilmsz, jongesel wonende in Noort Scharwou op Langedijck, compareerde zelfs in persoon, met Maritjen Claes, jongedogter, compareerde voor haer Jacob Laurusz haere zwager, versogten dat haere huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
27-09-1659 | Gerrid Heijndricksz, jongesel, compareerde voor hem Herman Heijndricksz sijne broeder, met Leentjen Heijndricx, jongedogter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Zijbert Pietersz haere buijrman, versogten dat haere huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
04-10-1659 | Jan Jansz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Dircksz Castricum sijne oom, met Trijntje Ares, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Aris Cornelisz hare vader, versochten dat hare huwelijckse geboden wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
04-10-1659 | Claes Claesz, jongesel, compareerde voor hem Jochem Cornelisz sijne oom, met Baafjen Alberts, jongedochter woonachtig in de Rijp, compareerde voor haer Marten Claesz haer meester, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
11-10-1659 | Claes Claesz, jongesel, compareerde voor hem Jochem Cornelisz sijne oom, met Baafjen Alberts, jongedochter woonachtig in de Rijp, compareerde voor haer Marten Claesz haer meester, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
11-10-1659 | Pieter Jansz, weduwnaer, compareerde voor hem Jan Jansz Gorter, sijne vader, met Neel Jans, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Jansz Dissel, haere vader, versochten dat haren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
18-10-1659 | Claes Roelofsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Dircksz Plaijsier, sijnen stiefvader, met Maritjen Tuenis, jongedochter van Purmerent doch beijde wonende in de Starnmeer, compareerde van wegen de bruijt Pieter Wilmsz hare voocht, versochten dat gemelde personen wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
08-11-1659 | Claes Roelofsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Dircksz Plaijsier, sijnen stiefvader, met Maritjen Tuenis, jongedochter van Purmerent doch beijde wonende in de Starnmeer, compareerde van wegen de bruijt Pieter Wilmsz hare voocht, versochten dat gemelde personen wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
08-11-1659 | Jan Jansz Vuick, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Jan Tuenisz Vuick sijnen vader, met Neeltjen Jans, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jan Jansz, haeren broeder, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
04-11-1659 | Mr. Teunis Pietersz, weduwnaer, secretaris van Schellinckwoud, compareerde zelfs in persoon. Met Marritjen Jans, jongedochter van Graft, compareerde voor haer Dirck Jansz haeren broeder, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
29-11-1659 | Jacob Huijbertsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jacobsz, sijne neve, wonende in ’t Noordeijnt, met Guijrt Jans, jongedochter, compareerde voor haer Sijmon Claesz haeren zwager, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
29-11-1659 | Jacob Huijbertsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jacobsz, sijne neve, wonende in ’t Noordeijnt, met Guijrt Jans, jongedochter, compareerde voor haer Sijmon Claesz haeren zwager, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
29-11-1659 | Jacob Huijbertsz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jacobsz, sijne neve, wonende in ’t Noordeijnt, met Guijrt Jans, jongedochter, compareerde voor haer Sijmon Claesz haeren zwager, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
13-12-1659 | Claes Adriaensz, jongesel, compareerde voor hem Maerten Jansz, sijne stiefvader, met Griet jans, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Wilm jansz, haeren broeder, versochten dat haere huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
20-12-1659 | Gloss Jansz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Dirck Jansz, sijnen broeder, met consent van de vader Jan Olofsz, met Jantjen Claes, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Claes Jansz van Zaendam, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
20-12-1659 | Cornelis Pietersz Roleeuw, weduwnaer wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Pietersz Roleeuw, sijne broeder, met Trijntjen Pieters, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jacob Pietersz Paij, haeren oom, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
20-12-1659 | Pieter Claesz Olij, jongesel, compareerde voor hem Claes Wilms Mackes, sijne vader, met Marij Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Claesz Schippers, haeren vader, versochten dat haren huwelijckse eboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
04-12-1659 | Davith Lodewijcksz, weduwnaer wonende in de Rijp, met Aecht Jans, weduwe wonende tot Graft, compareerde beijden zelfs in persoon, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
20-12-1659 | Davith Lodewijcksz, weduwnaer wonende in de Rijp, met Aecht Jans, weduwe wonende tot Graft, compareerde beijden zelfs in persoon, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
17-01-1660 | Claes Cornelisz Zwart, jongesel, compareerde voor hem Jacob Cornelisz, sijne broeder met Trijn Jacobs, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Jacobsz hare broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
24-01-1660 | Hans Albertsz, jongesel, compareerde voor hem Louris Jacobsz sijn zwager, met Guijrt Michiels, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Pietersz Sloten emde Cornelis Jansz Bruijn haere voochden, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-01-1660 | Jacob Gijsbertsz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Gijsbert Jansz, sijne vader, met Anne Coertrijel, jongedochter wonende in ’t Zapmeer, compareerde voor haer Otto Jansz haer meester, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-01-1660 | Jan Jacobsz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Jacobsz, sijne broeder, met Claertjen Floris, jongedochter beijde wonende op de Oosterbuert, compareerde voor haer Dirck Ariaensz haeren oom, versochten dat haren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-01-1660 | Heijndrick Jansz, jongesel, compareerde voor hem Tuenis Gleijnisz, sijnen oom, met Neel Dircks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde wegens de bruijt Aris Crijnisz, haere zwager, voorts oock beijde personen, versochten dat haar huwelijcke geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-02-1660 | Claes Dircksz, weduwnaer wonende tot Westsanen, compareerde voor hem Cornelis Dircksz, sijn broeder, met Maritjen Dircks, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Pieter Dircksz haer broeder, versochten dat haeren huewlijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
28-02-1660 | Jan Pietersz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, met Neel Pieters, weduwe wonende in de Rijp, compereerde wegens de bruijdegom Cornelis Maertensz sijne zwager ende voor den bruijt Lauris Pietersz haere broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
12-03-1660 | Jan C.ornelisz, weduwnaer, compareerde zelfs in persoon, met Lijsbeth Frericks, jongedochter beijde wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Dirck Wilmsz Lakeman, haeren oom ende voocht, versochten dat haeren huwelijckse eboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen |
20-03-1660 | Garbrant Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Garbrantsz sijne vader, met Marij Huijgen, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Huijbert Huijgen haeren broeder, versogten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
20-03-1660 | Jan Arisz, jongesel, compareerde voor hem Arent Arisz, sijne broeder, met Pietertjen Lamberts, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Heijndericksz haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
29-05-1660 | Cornelis Jansz, jongesel wonende tot Colhorn, compareerde zelfs in persoon geadsisteert met Mr. Gerrid Davits Backer, sijnen zwager, met Guijrtje Jans, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde mede zelfs in persoon, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-06-1660 | Gerrid Sijmonsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde zelfs in persoon, met Lijsbeth Claes, jongedochter wonende tot Rijp, compareerde voor haer Herman Tijsz, versochten dat haeren huwelijckse geboden ineschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
14-08-1660 | Tuenis Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Zijvert Dircksz, sijne broeder, met Grietjen Meurlincks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Muerlinck, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck werden ingeschreven souden werdn om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-09-1660 | Poulus Claesz, jongesel, schoolmeester tot Graft wonende tot Oostsanen, compareerde voor hem Pieter Jansz Nellius, sijne voocht, met Neel Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Jansz Bestavaer, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-09-1660 | Claes Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Jasper Olafsz, sijne stiefvader, met Geerte Pieters, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde wegens de bruijt Jan Olofsz, haeren buijerman, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schout te bevestigen. |
10-09-1660 | Claes Jansz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Jan Tjeerdsz sijn meester, met Guijrte Cornelis, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
02-10-1660 | Jacob Pietersz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Claes Jacobsz, sijne oom, met Maritjen Cornelis, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Claes Cornelisz haere broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werde om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
02-10-1660 | Cornelis Jacobsz, weduwnaer wonende alhier met Adriaentje Michiels, jongedochter wonende in de Rijp, vertonende wettelijck bescheijt dat haren huwelijckse geboden in de Rijp wettelijck waren ingeschreven versochten hier van gelijk ’t zelfe werden gedaen om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
16-10-1660 | Frans Jansz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jeroensz, sijne vader, met Hilletje Harmens, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Hans Wesselsz, haeren oom, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
16-10-1660 | Lauris Sijmonsz, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Sijmonsz, sijne broeder, met Aeltjen Jaspers, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijt Dirck Jansz Cramer, haeren oom, versochten dat haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
16-10-1660 | Claes Cornelisz Valck, weduwnaer, compareerde voor hem Pieter Pietersz met Neel Pieters, jongedochter beijde wonend in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijt Cornelis Maertensz haeren zwager, versochten dat aheren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
23-10-1660 | Cornelis Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Cornelisz, sijne vader, met Vroutjen Jans, jongedochter wonende op de Oosterbuijrt, compareerde voor haer Jan Cornelisz Aves, haren vader, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
23-10-1660 | Pieter Carssensz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Joostensz, sijne oom, met Marij Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijt Jan Wilmsz, haeren neef, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
23-10-1660 | Claes Jansz Aves, jongesel, compareerde voor hem Claes Sijmonsz, sijne oom, met Jannetjen Flores, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Abraham Jansz, haeren oom, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-11-1660 | Claes Sijbersz, jongesel, compareerde voor hem Zijbert Pietersz sijne vader, met Neel Lodewijcks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijt Pieter Cornelisz, hare oom, versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-11-1660 | Claes Wilmsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde zelfs in persoon met Lijsbeth Jans, jongedochter wonende tot Bloczijl, compareerde mede zelfs in persoon, versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
13-11-1660 | Cornelis Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Albert Claesz sijne neef, met Trijn Jans, weduwe beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde van wegens de bruijt Maerten Jelgersz haeren buijerman, versochten dat haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
13-11-1660 | Gerrid Dircksz, jongesel, compareerde voor hem Marcellius dircksz sijne broeder, met Jannetje Dircks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde wegens de bruijt Cornelis Dircksz haere broeder, versochten dat haren huwelijcks geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
21-11-1660 | Claes Cornelisz, weduwnaer wonende tot Enckhuijsen met Neel Cornelis, jongedochter wonende tot Graftdijck, compareerde met wettelijck bescheijt dat de geboden tot Enckhuisen waren ingewillicht mits dat alhier insgelijck souden geschieden ’t welcke is geconseert. |
21-11-1660 | Jan Cornelisz Bruijn, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Jansz Bruijn sijne vader, met Neel Sijmons, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijt Claes Sijmons, versochten dat hare huwelijcks geboden wettelijck ineschreven souden werdn om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
04-12-1660 | Jan Meijndertsz, jongesel wonend op de Oosterbuert, compareerde voor hem Meijnert Claesz sijne vader, met Brecht Pieters, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Cornelis Pieters, haren broeder, versochten dat hare huwelijcks eboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
04-12-1660 | Pieter Cornelisz, jongesel, compareerde voor hem Adriaen Cornelisz sijne broeder, met Trijn Jans, jongedochter beijde wonende op Graftdijck, compareerde van wegens de bruijt Tuenis Appel, haren buijerman, versochten dat hare huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
04-12-1660 | Cornelis Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Cornelisz sijne broeder, met Lijsbeth Jacobs, jongedochter wonende tot de Rijp, compareerde voor haer Jacob Jansz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
11-12-1660 | Jan Claesz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Pieter Jansz Pieters sijn stiefvader, met Aechte Pieters, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Mr. Jan Muerlinck een van haer wettelijcke voochden, versochten dat voorschreven personen hunne huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
25-12-1660 | Sijmon Cornelisz, jongesel wonende op Driehuijs, compareerde zelfs in persoon, met Pieters, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Jacob Pieters haere broeder, versochten dat haeren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. [NB. De voornaam van de bruijt wordt hier niet vermeld]. |
28-12-1660 | Jan Olofsz, jongesel, compareerde voor hem Mr. Jan Muerlinck, sijne voocht, met Guijrte Claes, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Claes Cornelisz haren vader, versochten dar haren huwelijcks geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
Transcriptie: GeneaData Datum: 14-07-2023
Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11
Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.
Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.