Graft Huwelijken Civiel 1656 – 1811
Graft Periode 1658 – 1658.
05-01-1658 | Gerrid Jacobs, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Jacob Gerrids, sijnen vader, met Lijsbeth Pieters, weduwe wonende tot Rijp, compareerde voor haer Ebilus Pieterz, haere broeder, versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
05-01-1658 | Pieter Abelsz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, met Geert jans, jongedochter wonende tot Graft, compareeden beijden zelfe in persoon, versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
12-01-1658 | Sijmon Adams Smith, weduwnaer, compareerde zelfs in persoon met Marij Jacobs, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Gerrid Jacobsz, haeren broeder, versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
12-01-1658 | Dirck Pietersz Schrijver, schoolmeester tot Westmijsen, weduwnaer compareerde zelfs in persoon, met Maertje Maertens, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Cornelisz, haeren zwager, versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
12-01-1658 | Sijmon Claes, jongesel compareerde voor hem Dirck Claes, sijnen broeder, met Neel Jacobs, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Pietersz, haeren vader, verochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voort bij den predicant te bevestigen. |
12-01-1658 | Albert Claesz, jongesel compareerde voor hem Claes Albertsz, sijnen vader, met Trijn Dircks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Pieter Dircksz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
12-01-1658 | Cornelis Jansz, jongesel wonende in den Purmer, compareerde zelfe in persoon, met Anna Jacobs, jongedochter wonende in de Schermeer in den banne van Graft, compareerde voor haer Cornelis Michielsz, haeren buijrman, versogten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
19-01-1658 | Claes Jacobsz, weduwnaer met Trijn Jacobsdr, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerden beijden zelfe in persoon, versochten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
19-01-1658 | Jan Aeriaenz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Jacob Aeriaensz, sijnen broeder, met Wolmoet Cornelis, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Dirck Claes, haeren zwager, versochten dat haeren huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen ’t welcke is ingewilligt. |
26-01-1658 | Ariaen Cornelis, jongesel, compareerde voor hem Jacob Cornelis, sijnen broeder, met Claertjen Dircks, weduwe beijden wonende op de Oosterbuert, compareerde voor haer Dirck Ariaens, haeren vader, versochten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
26-01-1658 | Claes Cornelisz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde zelfs in persoon geassisteerd met Jacob Pieters Zwager, sijnen voocht, met Jannemoer Jans, jongedochter, compareerde voor haer Pieter Jansz, Jensis, haeren voocht, versogten dat haere huwelijcse geboden wettelijck ssouden worden ingewilligt om dan voorts bij den predicant te werden bevestight. |
02-02-1658 | Gerrid Dircks, jongeel wonende tot Graft, compareerde voor hem Pieter, sijnen broeder, met Geert Cornelis, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Carstens, haeren vrunt versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
02-02-1658 | Tuenis Garbrantsz, jongesel wonende tot Graft, met Greate Cornelis, jongedochter wonende in de Beemster, compareerde voor hem garbrabt Tuenis emt wettelijck bescheijt dat de huwelijcse geboden in de Beemster waren ingeschreven met belastinge alhier van geleijcken te gescchieden om voorts bij den predicant te bevestigen. |
09-02-1658 | Jan Lubbertsz, jongesel met Maritjen Lubbers, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde zelfe in persoon, versochten haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
09-02-1658 | Pieter Gertsz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnde, met Maritjen Jans, jongedochter wonende tot Alckmaer, compareerde de bruijdegom zelfs in persoon met wettelijck bescheijt dat haere huwelijcke geboden tot Alckmaar waren ingeschreven, versogten derhalven alhier van gelijk gedaen te werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
09-02-1658 | Crijn Pietersz, weduwnaer met Neel Cornelis, weduwe beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde de bruijdegom zelfs in persoon, voor den bruijt Jan Jansz, haeren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
09-02-1658 | Tijs Jansz, jongesel met Ne.el Jacobs, jongedochter wonende op de Laen in den banne van Graft, compareerde voor de bruijdegom Sijmon Cornelisz Boscher sijnen oom, van wegen de bruijt Jacob Jacobsz, haeren broeder, versogten dat haere geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen |
09-02-1658 | Tuenis Cornelisz, jongesel wonende op Graftdijck, compareerde zelfe in persoon met Griete Heertjes, jongedochter wonende in den Ackersloterwoude, compareerde voor haer Dirck jaspersz, haeren neef, versogten dat hare huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
09-02-1658 | Jacob Jacobsz, weduwnaer wonende tot Graft, met Aeft jans, weduwe wonende op de Oosterbuert, compareerde de bruijdegom zelfe in persoon metwettelijck bescheijt, versocgte dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te mogen bevestigen. |
09-02-1658 | Jan Cornelisz, jongesel wonende op Graftdijck met Neeltjen Dircks, jongedochter wonende tot Heemskerck, compareerde de voornoemde bruijdegom zelve in persoon met wettelijck bescheijt dat de huwelijckse geboden wettelijk ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
16-02-1658 | Pouwels Taemsz, weduwnaer wonende tot Graft met Ariaentjen Jans, weduwe wonende tot Wormer, vertonende wettelijck bescheijt dat de geboden te Wormer sijn ingeschreven, versogten alhier ’t selve om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
02-03-1658 | Cornelis Heijndericksz, jongezel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Sijmon Heijndericksz, sijnen broeder, met IJsoutjen Maertens, jongedochter wonende in de Rijp, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
16-03-1658 | Cornelis Cornelisz, jongesel wonende tot Jhisp. Compareerde zelfs in persoon, met Guiertjen Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareeerde voor haer Jan Claesz Schippers, haeren wettelijcke voocht, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
23-03-1658 | Cornelis Jansz, jongesel, compareerde voor hem Meijndert Sijmons, sijnen neef, met Trijn Cornelis, jongedochter beijden wonende op de Oosterbuert, compareerde voor haer Jan Cornelisz, haeren broeder, versochten dat haere huwelijckse heboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
23-02-1658 | Cornelis Jansz Crijnsz, weduwnaer wonende tot Graft, compareerde voor hem Thijs Claesz, sijnen zwager, met Neel Dircks, weduwe wonende in de Rijp, compareerde voor haer Gleijn Bastiaensz, haeren zwager, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
23-03-1658 | Jacob Pietersz, jongesel wonende op Graftdijck, compareerde voor hem Jacob Pietersz, sijnen neef, met Trijn Claes, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jacob Claesz, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-03-1658 | Cornelis Bartsz, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt met Trijn Pieters, weduwe wonende tot Wormer, compareerde de voornoemde bruijdegom zelfe in persoon met wettelijk bescheijt dat de geboden tot Wormer waren ingewillicht, om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-03-1658 | Claes Jansz, jongesel, compareerde voor hem Jan Jeoreansz, sijnen vader, met Jannetjen Heijndericks, jongedochter, compareerde voor haer Tijs Jansz, haeren neef, beijden wonende tot Graft, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
30-03-1658 | Jan Aertsz Poel, lijnslager, weduwnaer tot Graft met Stijntgen Hewack, weduwe met Claes Dircksz Backer wonende tot Purmerendt, compareerde beijden zelfe in persoon, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
11-08-1658 | Abraham Arentsz, jongesel met Guijertje Jans, beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde wegens de voorschreven bruijdegom Isaack Arentsz, sijnen broeder, van wegens de bruijt Jan Heijcksz Criegh, haeren oom, versochten dat vermelde personen haeren huwelijckse geboden wettelijck ingewillicht souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
17-08-1658 | Michiel Miensz, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Garbrantsz, sijnen oom met Sijtgen Adriaens, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Jacob Claesz, sijnen oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
21-08-1658 | Mieus Cornelisz, weduwnaer wonende op de Laen met Annetjen Hermans, weduwe wonende op de Oosterbuert, compareerde beijden zelfe in persoon, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
28-08-1658 | Henrick Jans Backer, jongesel compareerde voor hem Gootjen Jansz Backer, sijnen broeder, met Anne Dircksz, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Lauris Dircksz, haeren broeder, versochte dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
28-08-1658 | Jan Adamsz van Rijssen, jongesel compareerde zelfe in persoon met Teuijni Tuenis, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Pieter Tuenis, haren broeder, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
28-08-1658 | Jacob Pietersz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Pieter Jansz Vlottes, haeren zwager, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
29-08-1658 | Pieter Adriaensz Steringh, jongesel wonende alhier, compareerde voor hem Adriaen Steringh sijnen oom met Aecht Claes Zwaens, jongedochter wonende tot Rijp, compareerde voor haer Adriaen Lamberts haeren stiefvader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
05-10-1658 | Pieter Cornelisz, weduwnaer wonende tot Graft met jantjen Claes, jongedochter wonende op de Oosterbuert, vertonende wettelijck bescheijt van D. Steringa dat haere huwelijckse geboden wettelijck waren ingeschreven om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
05-10-1658 | Jan Jansz IJeves, jongesel compareerde voor hem Jan Jansz IJvesz sijnen vader wonende in de Rijp, met Maeritjen Aves, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Wilm Aves, haeren broeder, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den schoudt te bevestigen. |
05-10-1658 | Cornelis Cornelisz, jongesel uijt de Beemster, compareerde zelfe in persoon, met Niesje Jans, weduwe beijden wonende in de Schermeer, compareerde voor haer Albert Tuenisz, haeren zwager, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
05-10-1658 | Tuenis Tuenisz Windigh, weduwnaer wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Jacob Tuenisz, sijnen broeder, met Dieuwer Balsers, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Jan Jansz Mieues, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
02-11-1658 | Dirck Dircksz, weduwnaer wonende in den Ackersloter Woude, compareerde zelfe in persoon met Aechte Cornelis, weduwe wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Dircksz, haeren buijrman, versochten dat haere huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
17-11-1658 | Dieloff Sijmonsz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Sijmon Dieloffsz, sijnen vader, met Lijsbeth Tuenis, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde voor haer Tuenis Jansz haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-11-1658 | Tuenis Jochems, jongesel, compareerde voor hem Pieter Garbrantsz, sijnen oom, met Aefje Cornelis, jongedochter, beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haeren vader, versochten dat de huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-11-1658 | Jacob Tuenisz, weduwnaer, compareerde voor hem Tuenis Gleijnes, sijnen vader, met Neel Heertjes, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Heertjes, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
30-11-1658 | Dirck Gertsz, jongesel, compareerde voor hem Gerrid Geritsz, sijnen vader, met Lijsbeth Jacobs, jongedochter beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Jacobsz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
07-12-1658 | Jan Jansz, jongesel wonende in de Rijp, compareerde voor hem Dirck Sijmonsz, sijne zwager, met Aefjen Gerridts, jongedochter wonende tot Graft, compareerde voor haer Gerrid Claesz Gleijnes, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
07-12-1658 | Dirck Pietersz, jongesel wonende tot Oossane, compareerde zelfe in persoon met bescheijt van consent van sijn vader Pieter Dircksz, met Jefjen Jans, jongedochter wonende in ’t Zapmeer, compareerde voor haer Geret Jans, haeren broeder, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
07-12-1658 | Claes Cornelisz Luijper, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Jansz Luijper, sijnen vader, met Aechte Pieters, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Sijmon Gertsz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
11-12-1658 | Jacob Claes Knijper, weduwnaer wonende tot Zchermerhorn, met Aeltjen Roelofs, jongedochter van Graft, compareerde van wegen de voorschreven personen Jan jansz Cnijper, neef van de bruijdegom met bescheijt van haeren beijden consent welck comfort of bescheijt de bruijts moeder heeft geconsenteert, tevolgen versogten voorts de geboden van voorschreven personen souden werden ingewilligt om voorts bij den officier te bevestigen. |
14-12-1658 | Wilm Dielofsz, jongesel, compareerde voor hem cornelis Jacobsz, sijnen neef, met Marij Cornelis, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haeren vader, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
21-12-1658 | Wilm Karsen, jongesel, compareerde voor hem Cornelis Joosten, sijnen oom, met Nies Cornelis, jongedochter beijden woonende tot Graft, compareerde voor haer Volckert Pietersz, haeren oom, versochten dat haeren huwelijckse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
30-12-1658 | Pieter Dircksz, weduwnaer, compareerde voor hem Claes Dircksz, sijnen broeder, met Guirte Gerridts, weduwe beijden wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Jan Cornelisz, haere zwager, versochten dat haere huwelijckse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
Transcriptie: GeneaData Datum: 13-07-2023
Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11
Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.
Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.