Graft Huwelijken Civiel 1656 – 1811
Graft Periode 1656 – 1657.
17-11-1656 | Claes Cornelisz Valck, jongesel van de Rijp wonende tot Nieuwe Nierop, met Maeritjen Cornelis, jongedochter wonende in ’t Noordeijnt compareerde vanwegen de bruijdegom Pieter Pietersz Daniels haeren vrunt ende van wegens de bruijt Jacob Tuenisz haeren wettelicken voochd, versochten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven soude werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
18-11-1656 | Dirck Claesz, jongesel wonende op Graftdijck met Trijn Claes, jongedochter wonend tot Graft sijn haer drie zondaeghse proclamatien in de gereformeerde kercke soo gestaen ende ingewilligt, compareerde voor de bruijdegom Claes arisz sijnen vader ende van wegen de bruijt Claes Wilms Mackes, haeren vader. |
25-11-1656 | Jan Cornelisz, jongesel wonend in ’t Noordeijnt met Vokel Aerians, jongedochter wonende tot Zuijdschermer, compareerde vanwegen de bruijdegom Cornelis Jansz, sijnen vader ende van wegen de bruijt Wilm Wilmsz haeren zwager, versochten dat de voorschreven geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
25-11-1656 | Poulus Allertsz Poeser, weduwnaer met Ymnetjen Wouters, weduwe beijden wonende tot Graft, compareerde de bruijdegom zelfs in persoon ende van wegen de bruijt Jan Bartelsz haeren zwager, versogten dat haeren huwelijcse geboden souden ingeschreven werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
25-11-1656 | Coen Heijndricksz van Bijlevelt, jongesel met Ymmetjen Lodewijcks, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde bruijdegom zelfs in persoon ende van wegen de bruijt Germent Cornelisz, haeren oom, versogten dat de voornoemde personen haer huwelijce souden ingeschreven werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
25-11-1656 | Pieter Cornelisz, jongesel met Neeltjen Pieters, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Joosten, sijnen vader ende van wegen de bruijt Jacob Pietersz haeren vrundt, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
02-12-1656 | Salomon Jacobsz, weduwnaer tot Graft met Trijn Jans, jongedochter wonende tot Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Jacob Lenaertsz, sijnen vader ende van wegen de bruijt Jacob Cornelis, haren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
09-12-1656 | Pieter Dircksz, jongesel compareerde voor hem Jan Dircksz, sijnen broeder met Neel Cornelis, jongedochter, beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Jan Cornelisz haeren vrunt, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
17-12-1656 | Cornelis Claesz, jongesel, compareerde voor hem Garbrant Tuenisz, sijnen voochdt met Trijntje Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor haer Zijvert Pietersz, haeren vrunt, versogten dat haere huwelijcse geboden souden werden ingeschreven om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
16-12-1656 | Cornelis Dircksz, weduwnaer tot Graft, compareerde voor hem Pieter Dircksz, sijnen broeder met Maeritjen Claes, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Tuenis Pietersz haere oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
16-12-1656 | Claes Pietersz, jongesel, compareerde voor hem Pieter Cornelisz Kan, sijnen vader met Marijtjen Cornelis, jongedochter beijden wonende tot Graft, compareerde voor den bruijt Jan Pietersz kadt, haeren steifvader, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-12-1656 | Lauris Dircksz, weduwnaer met Haesjen Crekis, jongedochter, beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Dirck Cornelisz, sijnen zwager ende van wegen de bruijt Jan Laurisz Appel, haeren buijring, versogten dat de voorechreven personen haere drie huwelijcse geboden souden ingeschreven werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-12-1656 | Pieter Jansz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt met Aeff Jans, jongedochter wonende tot Noordschermer, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Jansz, sijnen zwager ende van wegen de bruijt Ariaen Jansz haeren zwager, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-12-1656 | Cornelis Jacobsz, jongesel met Dieuwer Huijgens, jongedochter wonende beijde tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Arnetsz, sijnen vrunt ende van wegen de bruijt Jacob Jacobsz haeren oom, versogten dat de voorschreven personen haer drie huwelijcse geboden bij den predicant bevestigt souden werden. |
30-12-1656 | Pieter Baertsz, jongesel met Neel Flores, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Pietersz Sloten, sijnen oom ende van wegen de bruijt Flores Jansz, haeren vader, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-01-1657 | Olof Jansz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt met Jannetje Jans, jongedochter wonende tot Graft, compareerde de bruijdegom zelfs in persoon ende van wegen de bruijt Cornelis Carsen haeren zwager, versogten dat haere drie huwelijcse geboden souden werden ingeschreven om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
06-01-1657 | Sijmon Heijnes, jongesel met trijntje Nanninghs, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijdegom Tuenis Heijnes, sijnen broeder ende van wegen de bruijt Jacob Pietersz haeren oom, versogten dat de huwelijcse geboden van voornoemde personen ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
06-01-1657 | Jacob Cornelisz, jongesel wonende tot Graft met Anne Adriaens, weduwe wonende in de Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Jacobsz, sijnen vader ende van wegen de bruijt Maerten Claesz, haeren stiefvader, versogten dat de voormelde personen haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-01-1657 | Maerten Jansz, jongesel wonende tot Graft met Risgen Aris, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Adam Cornelisz sijnen wettelijcke voochd ende van wegen de bruijt Cornelis Jansz, haeren zwager, versogten dat de voornoemde personen haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
06-01-1657 | Balser Ariaensz, jongesel met Trijn Ariaens, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde voor de bruijdegom Jan Jansz Grafemaeker, sijnen oom ende van wegen de bruijt Arien Cornelisz, haren vader, versogten dat de voornoemde personen haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
13-01-1657 | Maerten Adriaensz, jongesel met Trijn Tuenis, beijden wonende op Graftdijck, compareerde voor de bruijdegom Claes Arisz sijnen broeder ende van wegen de bruijt Jacob Tuenisz haeren broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
13-01-1657 | Tuenis Wilmsz, weduwnaer wonende tot Zuijdschermer met Anne Dircks, weduwe wonende tot Graft, compareerde bruijdegom zelfs in persoon ende van wegen de bruijt Dirck Cornelisz, haeren vader, versogten dat haere huwelijcse geboden souden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
20-01-1657 | Pieter Jansz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Jan Pietersz Sloten, sijnen vader met Jantgen Pieters, jongedochter wonende op de Oosterbuert, compareerde van wegen de bruijt Pieter Ronghsz, haeren vader, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
20-01-1657 | Egbert Meijnertsz, jongesel wonende op de oosterbuert met Guerte Bartels, jongedochter wonende op de Westerbuert van Graftdijck, compareerde van wegen de bruijdegom Meijndert Claesz sijnen vader ende van wegen de bruijt Cornelis Bartels, haeren broeder, versogten dat de huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
27-01-1657 | Cornelis Pietersz, jongesel met Crijntje Claes, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Pietersz sijnen broeder ende van wegen de bruijt Jan Claesz Schout haeren broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
27-01-1657 | Cornelis Jacobsz, jongesel wonende op de Oosterbuert met Aeltjen Cornelis, jongedochter wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Jacob Tuenis, sijnen vader ende van wegen de bruijt Jacob Claesz, haeren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij de predicant te bevestigen. |
27-01-1657 | Cornelis Jansz, jongesel met Dieuwer Wilms, jongedochter beijde wonende in ’t Noordeijnt, compareerde beijden zelfs in persoon doch met consent van ouders ter wederzijde, versogten dat haere geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
27-01-1657 | Henrick Henricksz, weduwnaer compareerde zelfs in persoon met Jannetje Wilms, weduwe compareerde voor haer Jan Claesz Schipper, allen buijren alhier, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
03-02-1657 | Jacob Jacobsz, jongesel met Ariaentje Claes, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Tuenis Gleijnis, sijn oom ende van wegen de bruijt Arian Cornelisz, haeren oom, versogten dat haere huwellijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-02-1657 | Jacob Cornelisz, jongesel met Neel Cornelis, jongedochter beijden wonende op de Oosterbuert, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Cornelisz sijnen broeder ende van wegen de bruijt Cornelis Cornelisz haeren vader, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
10-02-1657 | Jacob Cornelisz Ingelants, jongesel met Maritgen Dircksz, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Rongh Olafs, sijnen oom ende van wegen de bruijt Claes Maertensz haeren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-02-1657 | Gerrid Dircksz Nomes, weduwnaer wonende op ’t Noordeijnt met Aechte Cornelis, jongedochter mede wonend in ’t Noordeijnt, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Dircksz Nomes, sijne broeder, van wegen de bruijt Jacob Garbrantsz, haeren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
17-02-1657 | Jan Claesz, weduwnaer wonende op de oosterbuert met Anne Hermans, jongedochter wonende in de Beemster, compareerde de bruijdegom zelfs in persoonvan wegen de bruijt Hans Maertens, haeren oom, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-02-1657 | Tuenis Nanninghsz, jongesel wonende in ’t Noordeijnt met Marij Pieters, jongedochter wonende in de Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Nanningh Cornelisz sijnen vader ende van wegen de bruijt Cornelis Pietersz, haeren broeder, versogten dat de huewelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-02-1657 | Dirck Jansz Nomes, jongesel wonende in de Rijp met Barbertjen Huijberts jongedochter wonende alhier, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Dircksz sijnen vader ende van wegen de bruijt Cornelis Jansz Delfshaven haeren oom, versogten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
03-03-1657 | Claes Jacobsz, jongesel wonende alhier met Trijntjen Jacobs, jongedochter wonende tot Zuijdschermer, compareerde van wegen de bruijdegom Jacob Jacobsz, sijnen broeder ende van wegens de bruijt Aerails Vansz haere voochde, versogten dat voorschreven personen haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
10-03-1657 | Claes Cornelisz jongesel met Neel Jans, jongedochter beijden wonende op Graftdijck, compareerde van wegen de bruijdegom Dirck Pietersz haeren oom ende van wegen de bruijt Lauris Jansz haeren buijrens, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
10-03-1657 | Pouwlis Claesz, jongesel met Dieuwer Cornelis, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijdegom Arian Cornelisz, sijnen oom ende van wegens de bruijt Jacob Cornelisz, haeren broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
24-03-1657 | Cornelis Claesz, jongesel met Aefge Jans beijden wonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijdegom Cornelis Dircksz, sijnen swager ende van wegens de bruijt Jacob Jansz, haeren broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-03-1657 | Jochem Michielsz met Neeltje Ares jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde van wegens de bruijdegom Tuenis Dingenumsz, sijnen oom ende van wegens de bruijt Arent Aresz, haerer broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
31-03-1657 | Mieus Cornelisz, weduwnaer met Ariaen Jans, weduwe beijde wonende op de Laen in den banne van Graft, compareerde de bruijdegom zelfs in persoon ende van wegens de bruijt Louwlis Jansz haerer broeder versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
07-04-1657 | Cornelis Jansz Colles, jongesel wonende tot Graft met Trijntje Jans, jongedochter wonende tot Rijp, compareerde van wegen de bruijdegom Jan Claesz Vinck sijnen wettelijcke voocht ende wegens de bruijt Jan Claesz haren vader, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
09-06-1657 | Jacob Sijmonsz Adel, weduwnaer wonende in den Schermeer met Haesjen Claes, jongedochter van Ursem, compareerde de bruijdegom met wettelijck bescheijt van bruijts broeder, versogten dat haeren huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
24-06-1657 | Gerrid Dircksz, jongesel compareerde zelfs in persoon met Maeritgen Jans, weduwe beijde wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Ariaen Cornelisz Kaegsman, haeren buijrman, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
30-06-1657 | Jacob Claesz, jongesel wonende in den Schermeer, compareerde zelfs in persoon met Maeritgen Jans, jongedochter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Cornelis Olofsz, haeren buijrman, versochten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
29-09-1657 | Sijmon Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Cornelis Jansz sijnen vader, met Aeft jacobs, jongedochter wonende tot Noortschermer, compareerde voor haer Jan Lubbertsz haeren oom ende wettelijcke voocht, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
06-10-1657 | Evert Gertsz, jongesel, compareede voor hem allert Claes, sijnen oom, met Aechte Claes, jongedochter beijde woonende tot Graft, compareerde van wegen de bruijt Jan Claes Bergen, haeren broeder, versochten dat haere huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
27-10-1657 | Jan Jansz, jongesel van Groeningen wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor hem Gootjen Jansz Backer met Jaepjen Jacobs, jongedochter wonende tot Zuijtschermer, compareerde voor haer Cornelis Cornelisz, haeren oom ende Cornelis Jansz haeren halven broeder, versochten dat haere huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven soude werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
18-11-1657 | Gerrid Evertsz Backer, schoolmeester alhier, met Maritjen Jans, jongedochter tot Colhorn vertonend wettelijck bescheijt gesags aenteijckeninge tot Kolhorn voornoemt, versochten datte geboden van vermelde personen souden ingeschreven werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen |
24-11-1657 | Jan Dieloffsz, jongesel, compareerde voor hem Dieloff Dircksz, sijnen vader, met Marij Cornelis, weduwe beijde wonende tot Graft, compareerde voor hser Cornelis Jansz Cuijper, haren vader, versochten dat haeren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
02-12-1657 | Wilm jansz, jongesel met Maeritjen Jans, jongedochter beijde wonende tot Graft, compareerde met wettelijck bescheijt dat hare huwelijcse geboden tot Wessanen al waer de bruijt vandaen was, wettelick waren ingewilligt, versogten voorts zelven hier van gelijcken souden geschieden om dan voorts bij den predicant te bevestigen. |
15-12-1657 | Cornelis Claesz, jongesel wonende op Graftdijck, compareerde zelfs in persooon met Annetgen Cornelis van Egmont op zee, versogten van wegen de bruijt wettelijck bescheijt versogten dat haere huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
15-12-1657 | Cornelis Cornelisz, jongesel wonende tot Graft, compareerde voor hem Jacob Cornelisz, sijnen broeder, met Brecht Claes, jongedogter wonende tot Rijp, compareerde voor haer Dirck Claesz haere broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
29-12-1657 | Pieter Dircksz. Jongesel, compareerde voor hem Dirck Pietersz, sijnen vader, met Hillegont Pieters, jongedogter wonende op Graftdijck, compareerde voor haer Jacob Pieters, haere broeder, versogten dat haere huwelijcse geboden wettelijck ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
29-12-1657 | Tuenis Heijnes, weduwnaer, compareerde voor hem Dirck Heijnes, sijnen broeder, wonende tot Graft, met Anne Jans, weduwe wonende in ’t Noordeijnt, compareerde voor haer Cornelis Dircksz, haere buijrman, versogten dat haren huwelijcse geboden ingeschreven souden werden om dan voorts bij den officier te bevestigen. |
Transcriptie: GeneaData Datum: 13-07-2023
Bron: RA Alkmaar – Graft Inv.nr.11
Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welke vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze transcriptie gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze transcriptie op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze transcriptie ten behoeve van publikaties, in welke vorm dan ook moet een adequate bronvermelding naar deze transcriptie worden aangegeven.
Deze gegevens worden handmatig ingevoerd door vrijwilligers, mensen die ook wel eens een foutje kunnen maken. Het is dus altijd aan te bevelen de gegevens te controleren in de archieven.